Ich fahr so gerne Rad
Ik noteer 28 juni 2012. Het gaat warm
worden vandaag. De temperatuur zal voor het eerst deze zomer de 30 graden
bereiken. Dat is niet het ergste. Het is ook nog eens benauwd. Veel vocht in de
lucht. Vanwege het aanwezige wolkendek, maar ook vanwege de overvloedig
gevallen regen van de afgelopen dagen.
Maar een week geleden al vastgelegd om te
gaan fietsen op deze donderdag. Tegen half negen spring ik in mijn Lepper
zadel. Terwijl Frans nog aan zijn copieus ontbijt (eitje, glaasje jus d’orange,
harde Duitse broodjes) zit in Tegelen, en rustig De Volkskrant doorneemt of
relaxt zijn endeldarm leegt, pedaleer ik richting Tegelen. Als ik bij hem
aanbel heb ik al bijna 13 kilometer op de teller.
Halverwege de
middag kan ik de balans opmaken. Exact 82,6 km gefietst. De route: Grubbenvorst
– Tegelen – Kahlbergse Heide – Brachter Wald – Overhetfeld – Elmpt –
Niederkrüchten – Hariksee – Brüggen – Venekotensee – langs de Schwalm – Tegelen
– Grubbenvorst. Kortom: het Limburgs-Duitse grensgebied. En door een
schitterende natuur.
Ik heb vooraf
Frans de opdracht gegeven flink wat hellingen in de route op te nemen. Hij kent
het gebied als zijn broekzak; regelmatig wordt hij er gesignaleerd tijdens zijn
periodieke loop- en mountainbike trainingen. Hellingen, dus. Badend in het
zweet kan ik na afloop concluderen dat dat gelukt is.
Nog in Tegelen
wacht ons de Horsterberg (10%). Het gaat dan rap richting de afgravingen (zand,
leem). Kreunend rijden de vrachtwagens meanderend af en aan, de diepte in of de
diepte uit. Twee tientallen meters beneden gelegen blauwe meren, aan de voet
van steile hellingen, laten het uiteindelijke resultaat van de zandafgravingen
zien. Het gele zand schittert in de felle zon.
Via de zogenaamde
Fünf Wege, ter hoogte van Belfeld en Reuver, en al op Duits gebied, naar de
asfaltweg richting Witte Stein. Bij de uit 2003 daterende Rentnerhütte, de
Rentnertreff: “Wenn du im Herzen Frieden
hast, wird die Hütte zum Palast”,
filosofeert het dennenhouten bord boven de ingang - diep in het Wald, maar geen
ree(t) te zien - een korte pitstop voor een groepsportret. Dat Duitse filosofen
zich hier orgastisch hebben uitgeleefd mag blijken uit de andere filosofische
boodschappen die tegen de belendende dennenbomen zijn gespijkerd. Ik citeer:
So mancher geht vorüber
und nimmt es nicht in acht
dass jede Viertelstunde
das Leben kürzer macht.
Ongetwijfeld
teksten van Schopenhauer, Nietzsche of Heidegger. Gelukkig geen citaten uit
‘Mein Kampf’, al jaagt deze massieve houten Teutoonse hut voor Duitse bejaarden
mijn fantasie tot grote hoogten op. Geen Vierde Rijk, ik word gerustgesteld
door de woorden Ob arm oder reich – Hier
sind alle gleich. Ongetwijfeld Karl Marx.
Onderweg, en dat
gebeurt verschillende keren, weet Frans waar hij moet stoppen om als een
hedendaagse neef van de heilige Franciscus de dieren im Wald toe te spreken.
Soms zijn de vogels gevlogen: de spechten hebben zijn komst niet afgewacht. Ook
de reeën hebben zich verdekt opgesteld achter de woudreuzen. Maar bij het
peloton eenden aan de oevers van een van de meren heeft hij meer succes. Hoewel
de domme beesten op een vorstelijke maaltijd rekenen (Frans daagt ze even uit
door met zijn boterhammenzakje te ritselen), komen ze van een koude kermis
thuis, en moeten ze het doen met de stichtelijke woorden van Sint Franciscus uit
Tegelen. In het water zwemmen ondertussen de muskusratten af en aan, maar
houden zich tegelijkertijd Oost-Indisch doof.
Het Brachterwald
in. Omgeven door een 18 kilometer lang hekwerk, met prikkeldraad als bovenste
afsluiting. Tot het midden van de negentiger jaren van de vorige eeuw was dit
ca. 1250 ha grote gebied in gebruik door Engelse militairen voor de opslag van
munitie. Het grootste NAVO-munitiedepot van West-Europa werd nadat de
militairen vertrokken waren in 1997 aangewezen als beschermd natuurgebied.
Vanwege de hoge natuurwetenschappelijke waarden heeft de
Nordrhein-Westfalen-Stiftung Naturschutz, Heimat- en Kulturpflege 850 ha
aangekocht. Een kwart van het gebied bestaat als gevolg van het militair
gebruik uit open heidevegetaties en hei-schrale graslanden. De rest bestaat uit
bossen, voornamelijk van de Grove Den.
Waarschijnlijk
zijn vrij snel na 1995 alle opslagloodsen afgebroken. Hierna werden alle rails
op het terrein weggehaald (1999/2000). En rond 2005 moeten de laatste niet
gebruikte gebouwen gesloopt zijn, enkele uitzonderingen daar gelaten. De enige
gebouwen die nu nog op het depotterrein staan zijn de kantoortjes bij de
ingang, een aantal opslagloodsen en een brandtoren. Alles is goed afgesloten,
de opslagloodsen worden gebruikt door een schaapskudde. Wat rest is een
indrukwekkend terrein (nu: een schitterende natuurgebied, waar autoverkeer niet
is toegestaan) met verschillende overslagperrons en opgeworpen zandwallen.
De temperatuur
loopt ondertussen snel op naar een graad of 30. Bij het beklimmen van een
aantal stevige hellingen langs het concentratiekampachtige hekwerk is het dus alle hens aan dek, vooral ook
omdat hier en daar door behoorlijk rul zand geploegd moet worden. Stoempen, dus. Je een paar honderd meter het snot voor de ogen fietsen. De heilige Franciscus hel en verdoemenis toewensend. Maar hem onmiddellijk weer vergiffenis schenken, omdat ik hier zelf om gevraagd heb. Eigen schuld, dikke bult. Ja, dat van die dikke bult, dat klopt wel. Verstand op nul, dus, en flink op de pedalen. Het Lepper zadel kreunt onder mijn reet.
Om 12.00 uur lunch
in Elmpt. In de schaduw, en op een bank op een hooggelegen parkje. Duitse auto’s met trots de wapperende Duitse driekleur uit de
zijraampjes rijden er rondjes. Vanavond staat de voetbal-Krieg Duitsland – Italië, een van de
halve finales van het EK, op het programma. Zo te zien gaat elke Duitser er
blindelings van uit dat de Squadra Azurra flink in het stof zal bijten. Maar om
half elf ’s avonds is het ongelooflijke gebeurd: Duitsland is met 2-1 verslagen
door een fanatiek team Italianen, aangevoerd door een voormalige neger uit
Ghana, en luisterend naar de typisch Italiaanse naam: Mario Balotelli.
Moeiteloos zou deze zwarte reus destijds, mocht hij meegedaan hebben aan de
strijd, de Slag bij Stalingrad (23 augustus 1942 – 2 februari 1942) doorstaan
hebben.
Jammer genoeg zal
ik vandaag niet meer meemaken hoe de wapperende Duitse vlaggen nog voor
middernacht met schaamte van de Opels, de BMW’s en de Volkswagens getrokken
worden. De Duitse Löw is voorlopig uitgebruld. De Nederlandse was al veel
eerder uitgebruld. Sterker nog: heeft niet eens gebruld bij dit EK.
Inmiddels is de
middaghitte op zijn kookpunt. Er zijn weinig Duitse gekken die onder deze
weersomstandigheden op hun al dan niet elektriek aangedreven Fahrrad door een
beschaduwd Wald of langs een traag stromende beek fietsen. Ik geef ze geen
ongelijk. Maar Frans heeft hellingen voor me uitgezocht voor vandaag, en die
velocypedische kelk zal ik tot de bodem leegdrinken. Hoewel? Twee keer strijken
we neer op een terras. Op het schitterend terras van de Mühlratermühle aan de
Hariksee (de kano’s liggen er voor het opscheppen) laat Frans zich een glazen
pijp Weissbier voorzetten. Ik hou het dan nog op een 0,3 liter glas cola. Via
de Borner Mühle, de dreven van de Schwalm en het centrum van Brüggen gaat het
voor de tweede keer door het Brachter Wald vandaag. Pas een heel eind buiten de
omheining geraakt een laatste stop bij café De Grens bij de ‘Witte Steen’.
Frans gaat voor een buitenlandse trappist, ik zweer bij een regionale
alcoholische versnapering: een Venloos Alt. En vervolgens weer richting
Tegelen. Na een korte stop (er is onweer aangekondigd voor het eind van de
middag, maar dat zal ten slotte niet doorgaan) weer op huis aan. De klamme
hitte hangt als een bezwete paardenharen deken over me. Mijn eigen ronde-miss staat
niet aan de meet, is nog aan het werk. En daar heb je je dan de hele dag het
schompes voor gefietst. De wereld zit vol onrecht.