zondag 8 april 2012

PAINTING ON THE ROAD


ON THE ROAD

een serie schilderijen geïnspireerd door de Camino de Santiago 

In oktober 2010, ruim vier maanden nadat ik was teruggekeerd uit Santiago de Compostela besloot ik om naast het boek dat ik tijdens de zomermaanden begonnen was te schrijven, ook een reeks schilderijen te gaan maken. Het geheel, boek en schilderijen, moest, zo stond me voor ogen, een soort Gesammtkunstwerk worden. De fietstocht, begonnen op 24 april 2010 in Grubbenvorst, samen met Peter als compañero, eindigde op 24 mei op het Praza do Obradoiro, het reusachtige plein voor de nóg reusachtiger kathedraal van Santiago. Vijf dagen later vlogen we vanuit Porto terug naar huis. En kwam er een einde aan mijn fietstocht die ruim vijf weken duurde.

de kathedraal van Burgos
Omdat de eigenlijke Camino pas begint aan de voet van de Pyreneeën, hoewel er dan al bijna twee derde van de tocht op zit, markeerde ik Saint-Jean-Pied-de-Port als startpunt van mijn Camino op doek. Het moesten, in mijn beleving, schilderijen worden die lezen als een soort dagboek, niet voor wat betreft allerlei landschappen waar ik doorheen fietste, maar meer vanwege de ervaring. Hoe zwaar was het in regen en kou bergop te fietsen, of hoe eenzaam kon het zijn op de hoogvlakte van de Meseta? Hoe tref je het Europees erfgoed aan op die lange weg, en waarom lopen en fietsen al die mensen naar de ‘sterrenvelden’ in Galicië?

Ik begon met het uitzetten van de piketpaaltjes. De plekken die voor mij tijdens het fietsen een bijzondere betekenis hadden of kregen. Tien werden het er. Te beginnen bij Saint-Jean-Pied-de-Port. Om via Roncesvalles, Puente la Reina, Santo Domingo de la Calzada, Burgos, de Meseta, León, Cruz de Ferro en O Cebreiro ten slotte te eindigen in Santiago de Compostela. Het zwaarste deel van de ongeveer 2500 kilometer lange fietstocht zat als venijn in de staart: de verovering van de Pyreneeën en de calvariebergen van Cruz de Ferro en O Cebreiro.  De hel op aarde voor een niet echt doorgewinterde fietser. Het afzien moest op het doek zichtbaar zijn, evenals het bijna freewheelen op meditatieve gedachten over de oneindige, op een hoogte van bijna 900 meter gelegen Meseta. Het doel was de Weg. De Camino. En die stopte abrupt bij de granieten kathedraal van Sint Jacob.

Ik besloot tot het aanbrengen van een bijna vijf centimeter blauwe rand met op verschillende plekken een wat voorzichtig zichtbare gele Jacobsschelp zoals die op de Camino worden gebruikt om pelgrims de weg te wijzen. Als verbindend element tussen de verschillende schilderijen. Geel op blauw. Niet dat het een strakke omlijsting moest worden, want de rest van het schilderij diende op een natuurlijke wijze door te lopen in het blauw.

Op sommige schilderijen kopieerde ik korte dagboekelementen uit mijn eigen manuscript van ‘On the Road – een odyssee per fiets naar Santiago de Compostela’ en voegde ze nagenoeg integraal toe op het doek. In andere gevallen zijn het authentieke citaten uit literaire teksten die een verbinding hebben met de plek waarnaar het schilderij genoemd is. Daarnaast bracht ik in elk schilderij een drietal kleine foto’s (4x14 cm.) in die als een soort fotodagboek moesten dienen.


Schetsen in mijn atelier
Niet alleen met verf is te schilderen. Dat was voor mij de reden om, naast de kleine foto-elementen, er ook allerlei andere materialen in te verwerken: lood, papier, klei, vezels en steengruis van diverse steensoorten.

Vanmorgen begonnen aan mijn laatste schilderij in de reeks van tien: Santiago de Compostela. Vanwege Pasen moet er de zegen van de baas zelf van de kathedraal, de Morendoder Sint Jacobus, Santiago dus, wel op rusten. Het is een snelle houtkoolschets van de imposante kerk in het verre Galicië. Waar het dezer dagen lenteweer is, in tegenstelling tot hier. Graag had ik er gefietst in deze tijd, maar je moet iets te dromen hebben…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten