dinsdag 8 mei 2012

FIETSGEKKEN TEGEN BETER WETEN IN

KOP IN DE WIND

De lente van 2012 is natuurlijk geen fietslente. Die van 2011 daarentegen was onvergetelijk. Zonder een mooi-weer-fietser genoemd te willen worden is er genoeg als verdediging aan te voeren om niet dagelijks het zadel op te klimmen. Ondanks de regelmatig, maar onverwacht opduikende prachtige fietsdagen (zoals vandaag, en ook de voorbije Koninginnedag), is het al meer dan een maand lang kwakkelen. Regelmatig regen, te lage temperaturen, wind, bewolking die maar blijft dreigen enz.

Daarom heb ik met bewondering het blog gevolgd van Paul van Mullekom (Velden; www.paulvanmullekom.blogspot.com) die op dit ogenblik met de fiets op weg is naar Santiago de Compostela. Hij volgt de westelijke route in Frankrijk (dus via Chartres, Tours, de Bordeaux-streek ) en heeft op meerdere dagen de Altlantische buien over zich heen gekregen. Om nog maar te zwijgen over de altijd snokkende  zuidwesten wind. Momenteel fietst hij in Noord Spanje richting, waar hij in ieder geval hogere temperaturen ervaart. Santiago reikt hem de hand, maar hij moet de Cruz de Ferro en de helse pas bij O Cebreiro nog zien te overwinnen.

Als het dan al geen fietsweer is, dan is het nog altijd mogelijk over fietsen te lezen. Een paar weken geleden zat ik op tv te kijken naar een documentaire over de wielerklassieker Parijs – Roubaix, de Hel van het Noorden. De film was gemaakt door de journalist-fietser Wilfried de Jong. Uiteraard speelt Wilfried zelf de hoofdrol op zijn odyssee over de spekgladde kasseienstroken in het Noord-Franse land. Hij ontmoet er een aantal coureurs die met succes de tocht hebben geklaard. Wielerhelden.

In het begin van dit jaar verscheen het boek Kop in de Wind, eveneens van Wilfried de Jong, als vervolg op zijn vorige fietsboek De Man en zijn Fiets. Ook nu weer heroïsche fietsverhalen die zich afspelen tot in New York. In De Volkrant van 5 mei jl. is een interview te lezen met hem. Hij spreekt daar taal die me aanspreekt. Op de vraag of hij fietsen als therapie of fitness ervaart, antwoordt hij het volgende:

“Therapie. Het is fijn om gezond op een fiets te stappen en er ook weer gezond af te stappen. Maar het woord therapie stuit me een beetje tegen de borst, omdat dat zou betekenen dat ik iets onder de leden heb. Het is lekker om de kop leeg te maken. Daarom heet mijn nieuwe boek ook zo: Kop in de Wind. Het doorblazen van de gaten in die kop.. ‘Zo meneer, u kunt weer rijden.’ Sommige mensen gaan in de sauna zitten. Er zijn ook vrouwen die met vier tassen uit de Bijenkorf komen. Ik fiets.”

Ik lees ze nog altijd met veel plezier, fietsboeken. Bij voorkeur geschreven door schrijvers die ook nog eens veel op de fiets zitten. Tim Krabbé bijvoorbeeld. De Renner heb ik wel een keer of vijf gelezen denk ik. Hij beschrijft daarin zijn eigen ellende tijdens de ronde van de Mont Aigoual, in de Franse Cevennen. Ik heb de korte roman lang geleden zelfs opgenomen (op een ouderwetse cassette) toen het werd uitgezonden op de radio, voorgelezen door Krabbé zelf. Ik kan helaas het bandje niet meer afspelen, want geen cassetterecorder meer in huis. Maar het boek heb ik nog.

Een andere schrijver van fietsverhalen is de Bob den Uyl, evenals Wilfried de Jong Rotterdammer. Hilarische fietsverhalen die als rode draad de Wet van Murphy volgen. Altijd duikt er wel iets onverwachts op, in ieder geval verlopen zijn tochten nooit zoals hij ze vooraf in gedachten had. Onnavolgbaar proza. Helaas is Bob den Uyl te vroeg met een te hoog alcoholpromillage van zijn fiets gedonderd. Dood. Wie het meest fantastische wielerverhaal van Den Uyl niet kent moet dat snel gaan doen. Lees zijn meer dan hilarische Opkomst & Ondergang van de Zwarte Trui. Over wielerwedstrijden door de gangen van een afgesloten kolenmijn, de Ronde van het Carboon. Koersen in verlaten mijngangen van de Belgische Borinage en in Noord Frankrijk. Surrealisme in de wielersport, het kan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten