Grenzenloos fietsen
De dag: 23
augustus 2012. Je spreekt af om 8.15 uur onder aan de stadsbrug, Venlozijde.
Bij het viaduct annex rotonde Roermondsepoort. Maar hoe gaat dat dan volgens de
Wet van Murphy in zijn werk?
Terwijl ik ruim op
tijd om 8.10 uur arriveer en me posteer onder een nog jonge plataan op het
brede trottoir in de buurt van de voormalige Hema, staat Frans schuin tegenover,
slechts een kleine honderdtal meters van me verwijderd, onder datzelfde
viaduct. Maar dan in de richting van het station. Een kwartiertje wachten
levert niet het gewenste resultaat, namelijk het afgesproken wederzijdse
treffen. Ik ben uiteraard nog onkundig over ons beider surplace. Bovendien kom ik er achter dan ik niet beschik over Frans
zijn mobiele nummer. Als je met elkaar naar Santiago de Compostela wilt fietsen
een noodzaak. Want als je op de camino elkaar uit het oog verliest, staat de
een misschien te wachten op de top bij Cruz de Ferro, terwijl de ander nietsvermoedend
in de verkeerde afslag neemt, richting Madrid of Segovia, om maar een paar niet
onaantrekkelijke Spaanse steden te noemen.
Omdat we beide
onder invloed van een blinde vlek op onze eigen standplaats blijven rondhangen
(geen straf, want luchtig geklede jonge vrouwen fietsen vriendelijk groetend en
zongebruind – immers: net een relaxte zonvakantie op Lesbos of een ander
lustopwekkende eiland in de Middellandse Zee achter de rug – met enige
regelmaat voorbij, op weg naar kantoor of kledingwinkel om daar wat suffe
arbeid te verrichten. Geen enkel grijs haar op mijn hoofd dat er ook maar over
peinst om op zoektocht te gaan naar Frans) blijven we uit elkaar gezichtsveld.
Dat had gerust nog een uurtje of wat kunnen duren, daarmede de voorgenomen
dagtochtkilometers aanzienlijk bekortend.
Uiteindelijk bel
ik toch maar naar Tegelen, waar Frans’ echtgenote zeer waarschijnlijk met de
regionale gazet aan het uitgebreide ontbijt zit. Dat blijkt zo te zijn. Op mijn
vraag of Frans al uit bed is, antwoordt ze bevestigend. En of hij ook al
richting Venlo fietst?, is mijn vervolgvraag. Verwondering aan de andere kant
van de lijn. Frans is immers al om half zes opgestaan, teneinde zich op de
afgesproken tijd bij de Venlose stadsbrug te melden. Daar moet hij staan. Of ik maar eens goed
rond wil kijken. Maar ik zie geen Frans, in velden nog wegen.
Ze belooft dat ze
Frans zal bellen. Hij beschikt volgens haar over mijn mobiele nummer, en zal me
daarna zeker bellen. En dat gebeurt ook. Want nog geen minuut later gaat mijn telefoon.
En zie ik hem schuin tegenover op dezelfde rotonde met het sprekende apparaat
aan zijn oor. We kunnen de fiets op. Het is stralend zomerweer en we hebben er
zin in.
Vijf minuten later
beklimmen we al de Leutherberg, en niet veel later wordt de Germaanse grens
gepasseerd. Mijn Ausweis heb ik thuisgelaten. We hebben ons voorgenomen het
natuurgebied tussen en rondom de grensmeren te befietsen: de Krickenbecker See,
De Wittsee en wat er verder nog aan plas voorbij komt. De natuur spat bronstig
groen de grond uit, het gevederde watervee kwaakt, kwekt, ratelt, plenst en
spettert dat het een aard heeft. Het ongevederde watervee houdt zich schuil
onder het rimpelloze wateroppervlak. Gelijk hebben ze.
Natuur is
prachtig, maar je moet er iets bij te drinken hebben. En dat is nu net het
probleem in de Germaanse grensregio. De cafés met Biergarten doen hun naam geen
eer aan: gesloten op het nog matineuze uur. Zelfs het wijwatervat in een
boerenkapelletje staat droog: het is de Heilige
Geist Kapelle zum Stegerhof gehörig, 1897 erbaut, 1986 restauriert. Doorfietsen dus maar, met zo nu en dan een slok
lauw leidingwater uit de bidon. Het leven zou zo mooi kunnen zijn. Pas na elven
arriveren we in Hinsbeck. We doen de plaatselijke cols, zweet parelt op het
voorhoofd. Dorst. We worden naar het centrum gelokt door het begrafeniskoor dat
in de kerk een Hinsbecker Germaan naar zijn laatste rustplaats begeleidt.
In de buurt van
elke plaatselijke dorpskerk moet een kroeg zijn. Op deze gouden regel is
Hinsbeck geen uitzondering. Het wordt het bescheiden terras van
hotel-restaurant Haus Josten. Echter: de om de tafels gegroepeerde stoelen van
grijze gevlochten kunststof zijn met een stalen kabel aan elkaar geklonken. Het
is duidelijk: ook hier niet geopend. Maar we hebben voor hetere vuren gestaan.
Frans stapt tot het uiterste getergd naar binnen. Nog geen minuut later stapt
hij weer grijzend naar buiten. Een dubbelloops, op de slapen des obers gericht
vuurwapen kan wonderen doen. En Zie: binnen vijf minuten staan een dampende kop
thee, en een al even zeer dampende kop koffie op de terrastafel. Dat we over de
staalkabel in de stoelen moeten klimmen, en de Germaanse bediende ook geen
aanstalten maakt de hele zooi los te koppelen, ach, dat hebben we er graag voor
over.
Terwijl door de
dikke muren van de Hinsbecker parochiekerk de bestorven klanken van het ‘Dies
Irae’ en het ‘In paradisum’ klinken, genieten wij van de thee (Frans) en de
koffie (ik).
De weg terug naar
huis (ik heb afgesproken voor 13.00 uur me weer in Grubbenvorst te melden) gaat
via het beruchte Fliegerhorst, aan de Groote Heide. Het is de plek van het
voormalige vliegveld bij Venlo, dat in de Tweede
Wereldoorlog van groot belang is belang is geweest. Na de Duitse inval
in Nederland in mei 1940 begonnen de Duitsers meteen met de opwaardering van
een aantal Nederlandse vliegkampen en de aanleg van een aantal nieuwe. Deze
Duitse militaire vliegvelden werden Fliegerhorst genoemd en dienden ter
voorbereiding op een aanval op Engeland en ter verdediging van Nederland. Zo, enige historische informatie is nooit weg voor de
lezer van dit blog.
Wikipedia zegt er
het volgende over:
De voormalige Vliegbasis Venlo - Herongen werd tussen oktober 1940 en maart 1941
aangelegd als Duitse Fliegerhorst op deGroote Heidebij Venlo en kreeg de naam Fliegerhorst
Venlo. Sinds 1913 lag op deze locatie al een bescheiden Nederlands
vliegkamp dat door de Duitsers werd uitgebouwd tot een complex van in totaal
1075 hectare op het grondgebied van de Nederlandse gemeente Venlo en de
(huidige) Duitse gemeentes Nettetal en Straelen. Het complex met twee
startbanen van 1450 meter en één van 1200 meter was uitgerust met de modernste
veiligheidsinstallaties, radioapparatuur en nachtverlichting met 2000 lampen.
Door de Fliegerhorst liep een netwerk van wegen met een totale lengte van 48
kilometer tussen hangars, onderkomens, werkplaatsen, casino's, voetbal- en
tennisvelden.
Tussen januari 1943 en augustus 1944 werden 75
à 100 aanvallen door Mosquito's op de Venlose basis uitgevoerd waarbij een
groot deel van de bommen buiten de vliegbasis is neergekomen. Op 3 september
1944 werd de vliegbasis volledig verwoest in een ongecoördineerde actie van
honderden Britse vliegtuigen.
Nog voor 13.00 uur
retour op de thuisbasis. Bij het binnenrijden van Venlo heb ik al afscheid
genomen van Frans: hij zet rechtstreeks koers op Tegelen. Ik zal bij Velden de
Maas oversteken. Bij aankomst heb ik 50,02 km. op de teller staan. Geen zware
dag-etappe, maar het fietsen deed er toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten