Het fietsritme blijft: van Bolero tot Nirvana
De camino 2013 ligt weliswaar al een paar maanden achter me, maar nog steeds fiets ik met enige regelmaat met Franz in de regio: Noord en Midden Limburg, het Duitse grensgebied. Soms doen zich op zo’n dagrit verrassende ontmoetingen voor. Zoals afgelopen donderdag.
De camino 2013 ligt weliswaar al een paar maanden achter me, maar nog steeds fiets ik met enige regelmaat met Franz in de regio: Noord en Midden Limburg, het Duitse grensgebied. Soms doen zich op zo’n dagrit verrassende ontmoetingen voor. Zoals afgelopen donderdag.
Franz moet zich
vanmorgen als Marathon Man eerst melden bij de plaatselijke dokter Szell,
tandarts, de dokter Mabuse van de orthodontie. Die is als geen ander in staat
ongezien en pijnloos de ingelegde diamantjes in Franz zijn voortanden te
verwijderen. De film met Dustin Hofman herinner ik me nog als de dag van
gisteren. Geheel gepolijst voor wat zijn dentale systeem betreft zwaait hij
tegen elf uur de voordeur voor mij open. Later dan gebruikelijk, maar om je
gebit hapklaar en bijtvast te houden, daar spendeer je graag wat tijd aan. Om
kwart over elf gaan we van start, onder een grijze lucht. In de loop van de dag
zullen we drie keer door een venijnige miezerregen nat worden. Met tegenwind,
dat ook nog. Met dank aan het meteorologisch gepruts van giechelkont Helga van
Leur of kleuterjuf Margot Ribberink.
Om het even zakelijk te
houden: gefietst heb ik vandaag 75,10 kilometer. De ruggengraad van het fietsparcours
is de Maas. Beide oevers worden daarbij befietst in Noord/Midden Limburg.
Terwijl in het Luikse Outremeuse de uitspattingen rondom het feest van Sainte
Marie in volle gang zijn fiets ik met fietscompañero Franz via Tegelen,
Belfeld, Reuver en Beesel naar het voetgangersveer in Rijkel dat ons overzet
naar Neer. Om daar de draad weer op te pakken. Vervolgens rijgen we Buggenum,
Haelen, Heythuysen, Nunhem, opnieuw Neer, Kessel, Baarlo en Blerick aan de
fietskralenketting. Franz heeft in Baarlo dan al het veer genomen naar Steijl. Zelf
steven ik in volle vaart op Grubbenvorst af, want wind in de rug. Voor de
statistiek: slechts twee maal een alleszins verantwoorde pauze op een terras.
Beide keren met uitzicht op de Maas: Reuver (droge witte wijn) en Kessel
(Grimbergen Dubbel). Direct na de overtocht (Rijkel-Neer) een eetpauze.
Weersomstandigheden: 22 graden, zwaar bewolkt, soms regen. Eerste deel
(Grubbenvorst – Heythuysen): wind tegen. Tweede deel (Heythuysen –
Grubbenvorst): wind mee. Tot zover de objectieve data van de dag.
Er zijn momenten dat je
het allemaal voor je klaar staat. Aan jou om er gebruik van te maken. Dat
overkomt ons in Buggenum. Staat daar in de Dorpsstraat een wit-oranje
serviceauto van Groene Kruis/Thuiszorg bij het bord ‘Dierenbegraafplaats’. De
toegangsweg ernaartoe kan niet anders heten dan Eindpad. Zoiets zelf verzinnen,
dat lukt niet.
We stallen de Koga’s
tegen de heg die het grafveld omheint. Op een bord staat te lezen dat het
animale knekelveld dagelijks geopend is van 13.00 tot 18.00 uur. Dat komt dus
goed uit. Met enig wrikken schuif ik het ijzeren staafslot opzij. Open. Het Père
Lachaise voor de dieren van Buggenum en omstreken. Voor kleinvee, dat dan weer
wel. Want koeien, paarden en varkens worden hier niet ter aarde besteld. Hun
vlees wordt zelfs in ontbinding nog in onze kroketten en frikadellen verwerkt.
Onder het gemaaide gazon liggen hier tientallen huisdieren. Honden en katten
zijn in de meerderheid. Maar ook cavia’s, konijnen en leghennen genieten hier
van hun eeuwige rust.
En daar loop ik over de
dodenakker. Aan de graven van de honden is het meeste aandacht besteed. Daarom
loop ik langs Pinky (1984-2000) die samen met vriend Kees in een massagraf
ligt, in dit geval een grindbak. En daar ligt de witte keeshond Devil
(2002-2013), niet ver van Rocky Pang (1998-2006), in de schaduw van twee
mini-conifeertjes. Een leistenen plaat bedekt Snowball (1993-2007). En Kaya
(2001-2010) heeft blijkbaar een staatsbegrafenis gehad, want ze rust omgeven
door speelgoedbeesten in een praalgraf.
Toch springen er twee
graven uit. Het eerste is een eenvoudig. Het is het graf van hond Wady. De rest
van hetop de grafzerk aangebrachte tekst kan ik niet lezen. Die is dan ook
volledig is het Arabisch gekalligrafeerd. Waarschijnlijk teksten uit de Koran
voor Honden. Geen geboorte- noch sterftejaar. Wel een bakje met
woestijncactussen en een rubberen kluif. Om op de islamitische Dag des Oordeels
niet van honger om te komen.
Maar Hond Heavy breekt
mijn hart. Nergens staat aangegeven op welk moment zijn hondse bestaan ten
einde was. Bloeiende viooltjes overdekken Heavy’s grazige tombe. Toch gaat mijn
aandacht meer uit naar de twee ongeopende flessen Moët et Chandon die het graf
flankeren. Ik geef Franz de opdracht mij, liggend bij Heavy’s graf met deze
flessen champagne, te portretteren. Ik lig net lekker, als de eigenaresse van
de dierenbegraafplaats zich meldt aan het hek. En mij daar in een enigszins
vreemde houding ziet liggen. Ter aarde gestort. Mevrouw Rulkens, want zo heet
de kampbewaarster, kan er de grap gelukkig wel van inzien. En is tevens niet te
beroerd om wat toelichting te geven bij deze ongewone grafslijterij.
Heavy blijkt vorig jaar
plotseling (ziekte, infectie, blikseminslag? Ik krijg de juiste toedracht niet
te horen) van het aardse naar het eeuwige te zijn overgestapt. Zijn baas
daarbij ontredderd achterlatend. De instorting nabij. Maar omdat zowel hond als
baas niet vies waren van een stevige slok deponeert hij onmiddellijk na de
teraardebestelling twee kloeke flessen champagne langszij. Bij elk bezoek aan
het graf van zijn betreurde Heavy drinkt hij ter plekke steeds een fles champagne
weg. En proost hij op de fragiel gebleken gezondheid van zijn gesneefde Wodan.
Na afloop legt hij een nieuwe, onaangebroken fles terzijde. De andere gaat bij
thuiskomst in de glasbak.
(W)oef! Dat was andere
koek dan wat we eerder op de dag tegen het lijf liepen. De stuw in Belfeld:
sissend schuimende waterkracht. Het monument voor de oorlogsslachtoffers
(1940-1945) op het kerkhof in Beesel: dorpse monumentaliteit. We fietsen door
de poort het erf op van het imposante Herenhuis Malborgh; eeuwen geleden
behoorde het toe aan de rijke familie van de Ghoors, tegenwoordig wordt het in
leven gehouden door een rijke voegersfirma. In Haelen staan we voor de gesloten
poort van kasteel Aldenghoor (17e eeuws, na een middeleeuws
verleden); in de gracht rondom: waterlelies. Maar even verderop zijn we weer
terug in de hedendaagse geschiedenis. En die trilt nog steeds na. Een verhaal
dat nog niet ten einde is.
GEMEENTE LEUDAL - NACHT
UND NEBEL, de tekst slaat in als een bom. Spat van het witte paneel af dat
tegen de voorgevel van een pand bevestigd is. Rechts daarvan een tweede,
kleiner paneel: DIE GEDANKEN SIND FREI. Eronder ligt een aantal ijzeren
afzethekken slordig onder het grote raam gestapeld. Egyptische toestanden? Of
heb ik de Derde Wereldoorlog gemist? Pas na een paar ogenblikken, en ook omdat
Franz meteen van wanten weet, valt het kwartje. Ter informatie enkele
fragmenten die ik thuis oppikte uit de pers.
Dagblad De Limburger, 16
augustus 2013, eergisteren dus:
Ophef over 'jodenster' Gijsbert Ruiter
Er is ophef
ontstaan over de jodenster die Gijsbert Ruiter eerder deze week droeg tijdens
verschillende media-optredens. Oud-wethouder van Maasgouw Twan Huyskens heeft
felle kritiek geuit op zijn Facebookpagina. Lokale omroep 3ML heeft een
uitzending over Ruiter geschrapt uit de programmering.
HAELEN, van onze verslaggeefster
Gijsbert
Ruiter kwam verleden week weer in het nieuws, nadat bekend werd dat
de gemeente Leudal een bod op zijn woning heeft uitgebracht. Tijdens
interviews droeg Ruiter een zelfgemaakte jodenster op zijn kleding.
In een
verklaring vergelijkt Ruiter zijn woning met een concentratiekamp. "Het is
hier deportatiekamp Zuiderbork. Het zijn NSB'ers, ze willen me
deporteren."
Verschillende
websites hebben de foto van Ruiter met de jodenster gepubliceerd, waaronder de
Facebookpagina van een lokale politieke partij en een lokale nieuwswebsite.
Op zijn
Facebookpagina schrijft Twan Huyskens dat Ruiter, door zich 'breed
grijnzend met een grote jodenster te hebben laten fotogaferen' een
ethische grens heeft overschreden. Lokale omroep 3ML heeft besloten om een
eerder opgenomen interview met Ruiter, dat vrijdagavond zou worden uitgezonden,
te schrappen.
Website GeenStijl
De website
Geen Stijl is een actie begonnen om Gijsbert Ruiter uit de brand te helpen. Geen
Stijl probeert 20.000 euro in te zamelen via een speciaal fonds op zijn
website. Met dat geld kan Ruiter de dwangsom betalen, die de gemeente hem heeft
opgelegd.
GeenStijl
haalt fors uit tegen de gemeente Leudal. “Nu
eist de gemeente Leudal 19.000 euro Wiedergutmachung + verwijderkosten voor dat
vermaledijde hekwerk. Terwijl het woonwagenkamp vol woestelingen ongemoeid
gelaten wordt”.
“Zo gaan we in dit land niet met elkaar
om. Daarom van GeenStijl voor Gijsbert: een actie om 20.000 keiharde euro's bij
elkaar te krijgen. Onze hardroze bouwsteen om Nederland sterker uit De Crisis
te krijgen”.
Aldus GeenStijl.
De
collecte zou uiteindelijk € 20.040 opleveren “crowd funded by the reaguurders”.
Het is goed wat meer zicht te krijgen
op de voorgeschiedenis. Lees mee op www.thepostonline.nl
De lotgevallen van
Gijsbert ‘Molotovman’ Ruiter
In het
plaatsje Haelen in de Limburgse gemeente Leudal voltrekt zich al jaren een
drama dat naar mijn geheel betrouwbare voorspelling zal uitgroeien tot
misschien niet de Grootste Roman Allertijden, misschien ook niet De Beste
Speelfilm van het Derde Millenium, maar dan toch op z’n minst een exemplarisch
casusrapport van de Totale Indesteeklating door de Overheid en de Dramatische
Gevolgen daarvan. Voor wie niet op de hoogte is van de lotgevallen van de
gekwelde maar moedige Gijsbert Ruiter, een korte geschiedenis:
Ruiter koopt
een huis in het blijkbaar van god en vaderland verlaten oord Haelen. Enige tijd
later wordt er achter zijn woning een woonwagenkamp opgezet. Deze caravanmensen
kappen wat bomen om hun leefruimte te vergroten, waarop Gijsbert ze aanspreekt
op dit illegale gedrag. Een ruzie volgt waarop Gijsbert naar de gemeente Leudal
stapt. De woonwagenbewoners stelden dit klaarblijkelijk niet op prijs, want
sinds die dag zijn hij en zijn gezin slachtoffer van hoon en spot, pesterijen,
doodsbedreigingen en een totaal verslechterd leefklimaat.
Politie noch
gemeente kon iets doen, dus Gijsbert plaatste om zichzelf en zijn gezin te
beschermen tralies voor de ruiten en een hek, het beruchte Hek, dat volgens de
gemeente te hoog was. Omdat de gemeente niets deed tegen het aanhoudende
fysieke en verbale geweld tegen Gijsbert en zijn gezin, maar wel onmiddelijk
actie ondernam tegen het te hoge hek – wat mogen de ambtenaren trots op
zichzelf zijn – flipte Gijsbert door toegenomen overspannenheid en slingerde
met wat brandbare stoffen in de rondte. Uiteraard werd Gijsbert aangepakt door
het OM en moest hij – hij wel – de cel in.
Dat we even later nog de
oude, uit 1773 daterende oliemolen, c.q. korenmolen (ook wel de Sint
Ursulawatermolen of Leumolen genoemd; toch weer van Duitse bodem, dus) van
Nunhem passeren, berust op louter toeval. Buiten scheppen nerveuze schoepen het
water uit de beek. Binnen zijn de molenstenen knarsend stilgevallen. Het is
tijd om rechtsomkeerd te maken. Zu Hause. Op de Maas passeren ons ondertussen
de olietanker Bolero en de ertsboot Nirvana.