Op twee manieren
word ik de afgelopen dagen met de neus in de richting van de Way gedrukt.
Allereest, omdat een van mijn (schilder)cursisten in Panningen, Ellen van de
Boogaert, me een dvd overhandigt met de Amerikaanse film The Way (2012). Een
dag later valt De Jacobsstaf in de bus, het blad van het Genootschap van Sint
Jacob. Het nieuwe nummer bevat een recensie over deze film. Ja, dan ontkom je
er natuurlijk niet aan: op vrijdagavond 1 maart ga ik er voor zitten en kijk.
Zie hoe Martin Sheen vanuit Californië naar Frankrijk vliegt om daar
geconfronteerd te worden met zijn zoon Daniel, die al de eerste dag van zijn in
Saint-Jean-Pied-de-Port gestarte camino, het leven laat in een fikse storm in
de Pyreneeën. Hij besluit als eerbetoon aan zijn zoon zelf de camino te gaan
lopen. Een paar scènes later steekt hij de grens met Spanje over, en zoekt een
slaapplek in Roncesvalles. Komt terecht in La Posada, het hotel waar ik in 2010
met Peter logeerde na de vroegtijdig gestaakte, ijzige etappe over de Col
d’Ibañeta (1057 m.) In de mist en de miezerregen en bij een temperatuur van
nauwelijks 2 graden.
Simon Couwens van het Belgische Cinevision zegt er het volgende over:
“Er is vanuit
cinefiel oogpunt nogal wat aan te merken op ‘The Way’, maar de kans dat veel
filmliefhebbers zich ondanks de mindere punten toch zullen laten betoveren door
dit drama is vrij groot. Sommige projecten zijn nu eenmaal zo sympathiek, dat
de mantel der liefde groot genoeg blijkt om vooral het positieve aspect onder
de aandacht te brengen. ‘The Way’ is zo’n film.
‘The Way’ is een
liefdes-/eresaluut van Emilio Estevez aan zijn vader Martin Sheen. En alleen
daarom al een dikke aanrader. Tegelijkertijd is het een samenwerking tussen
Estevez en zijn zoon Taylor. ‘The Way’ vertelt het verhaal van een man die de
befaamde pelgrimstocht naar Santiago de Compostela aflegt, net zoals heel wat
andere pelgrims dit jaarlijks doen. Deze ‘camino’ of ‘weg’ bestaat al sinds de
Middeleeuwen als pelgrimsroute, en waar het vroeger hoofdzakelijk devote
christenen waren die de weg aflegden naar het graf van de apostel Jacobus, zijn
het nu al bijna evenzeer atheïstische wandelaars of inspiratie zoekende zielen
die de wandeltocht naar de bedevaartplaats in Noord-Spanje afleggen. Zo ook
Taylor Sheen, die in 2003 op de route naar Santiago zijn toekomstige vrouw
leerde kennen. Martin Sheen opperde het idee om een film over de beroemde weg
te maken, en Emilio was ogenblikkelijk verkocht.”
De film is een feest der herkenning. Dat kan eigenlijk
ook niet anders, omdat Sheen exact het traject volgt van de camino francés,
tussen Saint-Jean-Pied-de-Port en Santiago de Compostela. Precies het parcours
dat ook Frans en ik dit jaar zullen afleggen. Sheen als wandelaar, wij als
fietsers. Ook Couwens is redelijk enthousiast over de film. Geen Oscar-kandidaat,
maar alleszins de moeite waard:
“Estevez schreef
zelf het scenario en baseerde zich gedeeltelijk over getuigenissen van pelgrims
zoals die door Jack Hitt werden neergeschreven in het boek ‘Off The Road’.
Sheen opperde aanvankelijk de namen van Michael Douglas of Mel Gibson als
hoofdrolspeler, maar al snel werd duidelijk dat Estevez de prent enkel wou
maken als zijn vader de hoofdrol zou vertolken. Een goede keuze, want Sheen
lijkt inderdaad de juiste man op de juiste plaats. Hij kruipt in de huid van de
oogarts Thomas Avery die op een dag een telefoontje krijgt van een Franse
politieman (Tcheky Karyo) met het trieste nieuws dat zijn zoon (cameo van
Estevez zelf) is omgekomen tijdens een storm terwijl hij de pelgrimstocht naar
Santiago de Compostela afwandelde. Thomas reist naar Frankrijk om het lichaam
van zijn zoon te identificeren en het er te laten cremeren. Om zijn overleden
zoon te eren besluit Avery uiteindelijk om zelf ook de tocht te wandelen.
Tijdens zijn tocht ontmoet hij een internationaal gezelschap. Zoals de
Nederlander Joost (Yorick Van Wageningen) die de tocht stapt om iets aan zijn
lichaamsgewicht te doen, de Canadese Sarah (Deborah Kara Unger) wil met haar
wandeling ontsnappen aan de losse handen van haar man en de Ier Jack (James
Nesbitt), een schrijver die hoopt er inspiratie te vinden om zijn writer’s
block weg te werken.
Al van meet af
aan is duidelijk dat Estevez openlijk de sentimentele kaart trekt. Vrij
ongenuanceerd mikt hij onmiddellijk op de traanklieren, en niet echt op de
meest subtiele manier. Toch bloeit ‘The Way’ geleidelijk aan open als een
lentebloem bij de eerste zonnestralen: dat komt hoofdzakelijk door Sheen, die
een potentieel vlak personage uitrust met een hart en een ziel. Bovendien
brengt Estevez het wandelpad geïnspireerd in beeld. Estevez en zijn cast en
crew wandelden tussen de 300 en 350 kilometer, en Estevez zorgde voor een zo
natuurlijk mogelijke aanpak door zo weinig mogelijk kunstlicht te gebruiken. Zo
werd tijdens de nachtscènes enkel maar het licht van kaarsen of kampvuren
gebruikt om de echte sfeer van de tocht te evoceren. Heel wat van de figuranten
die langskomen zijn trouwens echte wandelaars die werden gefilmd tijdens hun
tocht.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten