Regen, regen,
regen, regen en ook nog eens regen
Ontbijten in een
prachtige, in laat 19e-eeuwse
stijl gebouwde balzaal (1888). Kroonluchters, ornamenten, gietijzeren
krullen. Voor 5 euri drink je er een flinke bak
koffie (een ‘americano’) en een glas jus d’orange en eet je er twee
zoete broodjes. Voor onderweg neem ik nog twee glimmende ‘caracoles’ mee (in
Frankrijk ‘pains aux raisins’), platgeslagen en gesuikerde rozijnenbroodjes. Ze
worden ook nog netjes voor me ingepakt.
Daarna nog effe
naar de kathedraal, met de fiets. Helaas is er geen stempel te scoren voor mijn
credencial, want pas om half elf gaat de kerk open, en moet er voor de entree
betaald worden. Voor het gewone volk 5 euri p.p. Voor een pelgrim slechts 3
euri. De kerk is overigens gewoon open, en gratis op dat ogenblik. Om half elf
fietsen we weg uit Pamplona.
Terwijl de lucht
weer onheilspellend grijs wordt fietsen we Pamplona uit. Nog voordat we goed en
wel de stad uit zijn krijgt Frans weer problemen met zijn voorblad. Na veel
hangen en wurgen lukt het hem de ketting op het kleine voorblad te krijgen.
Eenmaal op het golvende platteland zie je onmiddellijk de dreiging van wat
komen gaat. Zware mistbanken hangen tegen de hoog oplopende hellingen aan. Dat
gaat regen geven. Het golvende land laat ons over wegen fietsen die zich laten
aanzien als ‘met twee vingers in de neus’. Ik denk na een paar honderd meter
“Waarom klim ik als een 90-jarige?” Als ik achterom kijk weet ik waarom. Wat
zich liet aanzien als vals plat blijken stevige hellingen te zijn. En het gat
mar door, de ene na de andere. Bovendien is het inmiddels gaan regenen. En
staat er op de toppen ook nog eens een koude wind. Volledig gesloopt kom ik
boven, na een paar kilometers stoempen.
De regen zal niet
ophouden vandaag. Behalve tijdens een korte stop in Puente la Reine, daar waar
alle camino-wegen bij elkaar komen. En daar sta ik weer op de oude bogenbrug,
waar al miljoenen pelgrims overheen getrokken zijn. Eeuwenlang. Fietsen daarna
naar de Iglesia de Santiago, aan de Calle Mayor. Geen ‘sello’ te scoren, daar
ook al niet.
Nog geen 20
minuten na het verlaten van Puente la Reina begint het weer te regenen. En dat
zal voor de rest van het parcours vandaag niet ophouden. We passeren Lorca en
andere fraaie plekken zoals Irauguy. De wijngaarden druipen van het water. Nat
als een verzopen kat fietsen we toch nog door tot Estella. De bril vol
waterdruppels ontneemt me bijna het zicht. In Estella, een plaats waar
jaarlijks in augustus de nog steeds omstreden Carlisten bij elkaar komen, vinden
we vrij snel een plek om te pitten: Hostal Cristina, vlak bij het Plaza Mayor.
Voor nog geen 45 euri logies voor twee personen.
Aan de balie wordt het oude vrouwtje horendol van een blonde Moffin die met anderen op mountainbike is gearriveerd. Ze wil niet met een van de anderen (allemaal van het mannelijke geslacht) op een kamer. Geen overspelige nachten, daar gruwt ze van. De oude vrouw achter de balie snapt er geen reet van. Waarom eigenlijk niet. Ondertussen is ook een Amerikaan uit Minnesota aangeschoven. Hij spreekt ook nog Spaans. De Duitse mevrouw alleen Duits. Ik vertaal haar Duits naar het Engels en de Amerikaan zet het over in native Spaans. Maar het oude vrouwtje raakt nog verder van de leg. Ik neem de zaak weer in eigen hand, want ik was hier immers eerder dan het Duiste mokkel.
Aan de balie wordt het oude vrouwtje horendol van een blonde Moffin die met anderen op mountainbike is gearriveerd. Ze wil niet met een van de anderen (allemaal van het mannelijke geslacht) op een kamer. Geen overspelige nachten, daar gruwt ze van. De oude vrouw achter de balie snapt er geen reet van. Waarom eigenlijk niet. Ondertussen is ook een Amerikaan uit Minnesota aangeschoven. Hij spreekt ook nog Spaans. De Duitse mevrouw alleen Duits. Ik vertaal haar Duits naar het Engels en de Amerikaan zet het over in native Spaans. Maar het oude vrouwtje raakt nog verder van de leg. Ik neem de zaak weer in eigen hand, want ik was hier immers eerder dan het Duiste mokkel.
Even dreigt de oude mevrouw
achter de balie ons een ‘cama matrimonial’ aan te smeren. Maar dat dreigende
huwelijksbed kan ik haar gelukkig uit het hoofd praten. Frans sjouwt
ondertussen tassen en fietsen naar de eerste verdieping. Iemand moet het werk
doen. De fietsen kunnen blijven slapen op de overloop, eveneens op de eerste
verdieping. De natte spullen worden over de verwarming gedrapeerd, maar voor
alles is geen plek, zodat we morgenvroeg tot nog behoorlijk wat natte spullen
overhouden. De schoenen, die zijn het ergste probleem.
Wandeling door de
stad, over de bruggen. Veel meer dan in Pamplona is de crisis hier zichtbaar.
Bedelaars, drugdealers. En vooral veel leegstaande winkelpanden in het centrum.
In de verte nog steeds de dreigende luchten. Het wordt fris. Tijd voor een
rioja. En daarna eten op het plein. Pulpo a la gallega vooraf en een veel te
vette steak. Gelukkig zijn er wijn en water om het vette gevoel weg te spoelen.
Bij terugkeer in
het hotel valt de rust op in de nauwe straten in het centrum. Blijkbaar is
iedereen vroeg op stok. Maar misschien is het ook wel te koud om buiten te
flaneren. Zelfs de dagelijkse paseo was een povere bedoening. En de stoelen
bleven opgestapeld staan voor de terrassen. Wachtend op betere tijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten