DAG 9, 14 mei 2013:
van Carrión de los Condes naar León, 103,67 km
Al bijna tien
dagen zonder krant, televisie. Zelfs via mijn laptop kijk ik niet naar de
nieuwssites. Totale onthechting? Toch weer niet, want sinds een paar dagen kijk
ik wel naar de komende Spaanse weersvoorspellingen. Het wordt beduidend kouder
de komende dagen, en ook regen komt eraan, als we de opnieuw de bergen in gaan.
Maar misschien strijkt Santiago over zijn hart en stuurt hij regen, wind en
koud naar noordelijker streken. Daar, waar dit allemaal normaal is. Nederland,
Finland en andere Arctische gebieden. Het was toch zo droog in Limburg, de
afgelopen maanden? Regen, daar snaken ze naar in Grubbenvorst en omstreken.
We zitten nu bijna
halverwege de Meseta, de Tierra de Campos. Vanaf vandaag wordt het pas echt de
complete desolaatheid. Hier moet je niet lek rijden. Of je helm vergeten bij je
startplaats, zoals bij hostal El Pájaro in Villafranca Montes de Oca. Opzij van
ons lopen in ganzenpas de lopende pelgrims over een aangelegd steenslag pad.
Sommigen van hen zo moeizaam dat het mij onmogelijk lijkt dat ze Santiago ooit
zullen halen.
Nog even een
intermezzo vanwege een verhaal dat ik later te horen kreeg. Op die uitvalsweg naar
boven staan volgens de dorpelingen regelmatig hoeren langs de weg. Wat Frans
natuurlijk doet vermoeden dat ik wel eens expres mijn helm had laten liggen in
dat hostal. Ik kan hem echter met mijn hand op het hart verzekeren dat het echt
gewoon vergeetachtigheid was. Bovendien heb ik tijdens mijn strafexpeditie (de
tweede keer klimmen) geen moer of hoer gezien. Sint Jacobus is mijn getuige.


Maar León was bij
vertrek meer dan 100 kilometer verder. De dorpen – of wat daar voor door moet
gaan – rijgen zich met enige regelmaat (om de 20 kilometer) aaneen.
Armoedzaaierige dorpen. Half of zelfs helemaal overleden. Geen kip op straat.
Veel huizen half ingestort, maar dt komt waarschijnlijk ook vanwege het
bouwmateriaal. Een groot gedeelte er van is opgetrokken uit adobe, een
geelbruin mengsel van klei en mest, gedroogd in de zon. En zo fiets je
vervolgens door Calzadilla, Sahagún ((korte stop), El Burgo Ranero en al die
andere minder-dan-gehuchten.
Na het bord León
(Frans staat al op me te wachten) volgt er een steile afdaling nar het centrum
van de stad. Ik herken alles weer, fiets voorop in de richting van de
kathedraal. León! De onweersluchten zijn weer opgelost in het niets, de zon
schijnt. Het is fris, maar droog. Aanvankelijk levert het gezoek niet veel op.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten