vrijdag 29 juni 2012

AL DIE DUITSE VLAGGEN, DAT KAN NIET GOED GAAN

Ich fahr so gerne Rad

Ik noteer 28 juni 2012. Het gaat warm worden vandaag. De temperatuur zal voor het eerst deze zomer de 30 graden bereiken. Dat is niet het ergste. Het is ook nog eens benauwd. Veel vocht in de lucht. Vanwege het aanwezige wolkendek, maar ook vanwege de overvloedig gevallen regen van de afgelopen dagen.
Maar een week geleden al vastgelegd om te gaan fietsen op deze donderdag. Tegen half negen spring ik in mijn Lepper zadel. Terwijl Frans nog aan zijn copieus ontbijt (eitje, glaasje jus d’orange, harde Duitse broodjes) zit in Tegelen, en rustig De Volkskrant doorneemt of relaxt zijn endeldarm leegt, pedaleer ik richting Tegelen. Als ik bij hem aanbel heb ik al bijna 13 kilometer op de teller.
Halverwege de middag kan ik de balans opmaken. Exact 82,6 km gefietst. De route: Grubbenvorst – Tegelen – Kahlbergse Heide – Brachter Wald – Overhetfeld – Elmpt – Niederkrüchten – Hariksee – Brüggen – Venekotensee – langs de Schwalm – Tegelen – Grubbenvorst. Kortom: het Limburgs-Duitse grensgebied. En door een schitterende natuur.
Ik heb vooraf Frans de opdracht gegeven flink wat hellingen in de route op te nemen. Hij kent het gebied als zijn broekzak; regelmatig wordt hij er gesignaleerd tijdens zijn periodieke loop- en mountainbike trainingen. Hellingen, dus. Badend in het zweet kan ik na afloop concluderen dat dat gelukt is.

Nog in Tegelen wacht ons de Horsterberg (10%). Het gaat dan rap richting de afgravingen (zand, leem). Kreunend rijden de vrachtwagens meanderend af en aan, de diepte in of de diepte uit. Twee tientallen meters beneden gelegen blauwe meren, aan de voet van steile hellingen, laten het uiteindelijke resultaat van de zandafgravingen zien. Het gele zand schittert in de felle zon.

Via de zogenaamde Fünf Wege, ter hoogte van Belfeld en Reuver, en al op Duits gebied, naar de asfaltweg richting Witte Stein. Bij de uit 2003 daterende Rentnerhütte, de Rentnertreff: “Wenn du im Herzen Frieden hast, wird die Hütte zum Palast”, filosofeert het dennenhouten bord boven de ingang - diep in het Wald, maar geen ree(t) te zien - een korte pitstop voor een groepsportret. Dat Duitse filosofen zich hier orgastisch hebben uitgeleefd mag blijken uit de andere filosofische boodschappen die tegen de belendende dennenbomen zijn gespijkerd. Ik citeer:

So mancher geht vorüber
und nimmt es nicht in acht
dass jede Viertelstunde
das Leben kürzer macht.

Ongetwijfeld teksten van Schopenhauer, Nietzsche of Heidegger. Gelukkig geen citaten uit ‘Mein Kampf’, al jaagt deze massieve houten Teutoonse hut voor Duitse bejaarden mijn fantasie tot grote hoogten op. Geen Vierde Rijk, ik word gerustgesteld door de woorden Ob arm oder reich – Hier sind alle gleich. Ongetwijfeld Karl Marx.
Onderweg, en dat gebeurt verschillende keren, weet Frans waar hij moet stoppen om als een hedendaagse neef van de heilige Franciscus de dieren im Wald toe te spreken. Soms zijn de vogels gevlogen: de spechten hebben zijn komst niet afgewacht. Ook de reeën hebben zich verdekt opgesteld achter de woudreuzen. Maar bij het peloton eenden aan de oevers van een van de meren heeft hij meer succes. Hoewel de domme beesten op een vorstelijke maaltijd rekenen (Frans daagt ze even uit door met zijn boterhammenzakje te ritselen), komen ze van een koude kermis thuis, en moeten ze het doen met de stichtelijke woorden van Sint Franciscus uit Tegelen. In het water zwemmen ondertussen de muskusratten af en aan, maar houden zich tegelijkertijd Oost-Indisch doof.

Het Brachterwald in. Omgeven door een 18 kilometer lang hekwerk, met prikkeldraad als bovenste afsluiting. Tot het midden van de negentiger jaren van de vorige eeuw was dit ca. 1250 ha grote gebied in gebruik door Engelse militairen voor de opslag van munitie. Het grootste NAVO-munitiedepot van West-Europa werd nadat de militairen vertrokken waren in 1997 aangewezen als beschermd natuurgebied. Vanwege de hoge natuurwetenschappelijke waarden heeft de Nordrhein-Westfalen-Stiftung Naturschutz, Heimat- en Kulturpflege 850 ha aangekocht. Een kwart van het gebied bestaat als gevolg van het militair gebruik uit open heidevegetaties en hei-schrale graslanden. De rest bestaat uit bossen, voornamelijk van de Grove Den.

Waarschijnlijk zijn vrij snel na 1995 alle opslagloodsen afgebroken. Hierna werden alle rails op het terrein weggehaald (1999/2000). En rond 2005 moeten de laatste niet gebruikte gebouwen gesloopt zijn, enkele uitzonderingen daar gelaten. De enige gebouwen die nu nog op het depotterrein staan zijn de kantoortjes bij de ingang, een aantal opslagloodsen en een brandtoren. Alles is goed afgesloten, de opslagloodsen worden gebruikt door een schaapskudde. Wat rest is een indrukwekkend terrein (nu: een schitterende natuurgebied, waar autoverkeer niet is toegestaan) met verschillende overslagperrons en opgeworpen zandwallen.

De temperatuur loopt ondertussen snel op naar een graad of 30. Bij het beklimmen van een aantal stevige hellingen langs het concentratiekampachtige hekwerk  is het dus alle hens aan dek, vooral ook omdat hier en daar door behoorlijk rul zand geploegd moet worden. Stoempen, dus. Je een paar honderd meter het snot voor de ogen fietsen. De heilige Franciscus hel en verdoemenis toewensend. Maar hem onmiddellijk weer vergiffenis schenken, omdat ik hier zelf om gevraagd heb. Eigen schuld, dikke bult. Ja, dat van die dikke bult, dat klopt wel. Verstand op nul, dus, en flink op de pedalen. Het Lepper zadel kreunt onder mijn reet.
Om 12.00 uur lunch in Elmpt. In de schaduw, en op een bank op een hooggelegen parkje. Duitse auto’s met trots de wapperende Duitse driekleur uit de zijraampjes rijden er rondjes. Vanavond staat de voetbal-Krieg Duitsland – Italië, een van de halve finales van het EK, op het programma. Zo te zien gaat elke Duitser er blindelings van uit dat de Squadra Azurra flink in het stof zal bijten. Maar om half elf ’s avonds is het ongelooflijke gebeurd: Duitsland is met 2-1 verslagen door een fanatiek team Italianen, aangevoerd door een voormalige neger uit Ghana, en luisterend naar de typisch Italiaanse naam: Mario Balotelli. Moeiteloos zou deze zwarte reus destijds, mocht hij meegedaan hebben aan de strijd, de Slag bij Stalingrad (23 augustus 1942 – 2 februari 1942) doorstaan hebben.

Jammer genoeg zal ik vandaag niet meer meemaken hoe de wapperende Duitse vlaggen nog voor middernacht met schaamte van de Opels, de BMW’s en de Volkswagens getrokken worden. De Duitse Löw is voorlopig uitgebruld. De Nederlandse was al veel eerder uitgebruld. Sterker nog: heeft niet eens gebruld bij dit EK.
Inmiddels is de middaghitte op zijn kookpunt. Er zijn weinig Duitse gekken die onder deze weersomstandigheden op hun al dan niet elektriek aangedreven Fahrrad door een beschaduwd Wald of langs een traag stromende beek fietsen. Ik geef ze geen ongelijk. Maar Frans heeft hellingen voor me uitgezocht voor vandaag, en die velocypedische kelk zal ik tot de bodem leegdrinken. Hoewel? Twee keer strijken we neer op een terras. Op het schitterend terras van de Mühlratermühle aan de Hariksee (de kano’s liggen er voor het opscheppen) laat Frans zich een glazen pijp Weissbier voorzetten. Ik hou het dan nog op een 0,3 liter glas cola. Via de Borner Mühle, de dreven van de Schwalm en het centrum van Brüggen gaat het voor de tweede keer door het Brachter Wald vandaag. Pas een heel eind buiten de omheining geraakt een laatste stop bij café De Grens bij de ‘Witte Steen’. Frans gaat voor een buitenlandse trappist, ik zweer bij een regionale alcoholische versnapering: een Venloos Alt. En vervolgens weer richting Tegelen. Na een korte stop (er is onweer aangekondigd voor het eind van de middag, maar dat zal ten slotte niet doorgaan) weer op huis aan. De klamme hitte hangt als een bezwete paardenharen deken over me. Mijn eigen ronde-miss staat niet aan de meet, is nog aan het werk. En daar heb je je dan de hele dag het schompes voor gefietst. De wereld zit vol onrecht.

woensdag 27 juni 2012

BRUSSELS LOF EN ANDER FIETSERSLEED

België, het blijft een wielerland

Op 23 mei valt er digitale post van Bert Garrebeek in mijn mailbox. Ik ken Bart niet, maar hij komt uit Brussel. In zijn mail vertelt hij honderduit over zijn fiets- en andere ervaringen. In september a.s. is hij voornemens om, na een valse start, toch echt naar Santiago de Compostela te fietsen. Ik gun het hem.
Na overleg heeft Bert er geen bezwaar tegen dat ik onze correspondentie in dit blog zet. Niet in de laatste plaats ben ik gefascineerd door zijn enthousiasme en zijn verhaal achter Bert. Amai, hier onze correspondentie van de afgelopen weken. De integrale tekst.
Beste Mijnheer Staals,
Mijn vrouw is vandaag te voet in Santiago aangekomen... ze heeft heel de weg die haar doel was afgelegd en heel wat interessante mensen ontmoet doorheen de dagen dat ze onderweg was...
Mijn vrouwke is een ambtenaar aan de europese gemeenschap en ‘t is haar helemaal niet aan te zien dat ze deze lange afmattende, maar o zo boeiende ervaring heeft meegemaakt....

Ikzelf ben een kleine zelfstandige tribalart-kunsthandelaar met een klein galerijtje in Brussel... Verleden jaar ben ik 60 geworden.. op mijn verjaardag heb ik Uw boek gekocht en met heel veel overgave en plezier gelezen en aangevoeld hoe het was.... half augustus ben ik met een vriendin van antwerpen en brussel vertrokken met de fiets...zonder noemenswaardige voorbereiding.. eigenlijk moeten werken tot einde juli en dan een paar honderd km  voor de wielen gehad... k werd als zot verklaard in belgie en de nederlanders noemden mij knettergek om zo"n avontuur aan te vangen...maar we zijn op een dikke veertien dagen toch tot Poitiers geraakt...dikwijls stervende onderweg... met teveel bagage ... een extra koelbox er bovenop...met ontzettend veel tegenwind en regen...het was alsof Santiago ons niet welgezind was...maar mijn  vader  was derde in de olympische spelen in Berlijn in 1936...ik zal dan wel de koppigheid  van hem hebben ge-erfd zeker..

Op drie september vangen we onze toch terug aan , dan ben ik weeral een beetje minder een jonge snaak , maar ik voel dat ik het dit jaar moet afmaken....
En nu vraagt u zich waarschijnlijk af waarom ik u dit mailtje schrijf.... heel eenvoudig zonder veel omhaal... Uw boek heeft mij heel veel moed en inzicht gegeven in dingen die ik voorheen over        het hoofd zag.
Ik heb 20 jaar gewerkt als logistiek medewerker (als vrijwilliger-onbezoldigd) in oorlogsgebieden in Afrika... en verder ben ik etnoloog en handelaar om mijn boterham te verdienen...!!!!
Levenservaringen bij de vleet...maar toch wilde ik U bij deze danken voor het opstekend boek en de fijne boeiende tekst die mij tot op heden blijft boeien.
Wie weet ontmoeten we mekaar eens, maar dan liefst niet bij Santiago of sint-pieter, liever bij een frisse pint hier in Brussel bij ons !!!
In leven en welzijn en uitkijkend naar onze trip ter verrijking van ons verder leven.
hartelijke groeten, Bert GARREBEEK
Uiteraard stuur ik hem dezelfde ochtend nog een mail terug. Ik sta op het punt een (zonnige, want 28 graden) dag te gaan fietsen met oud-collega’s, maar een mail is snel verstuurd.

Goedemorgen Bert,
een verrassende mail uit Brussel.
En aardig om te horen dat mijn boek zo in de smaak gevallen is. Naast het fietsen is schrijven (en schilderen) mijn favoriete bezigheid. Ik heb dus niet alleen met veel plezier gefietst, maar ook het boek geschreven.
Momenteel ben ik bezig met de afronding van een reeks van 10 schilderijen over de camino, en dan met name het deel in Spanje, de camino francès. Ik ben bezig met het laatste schilderij in de reeks, uiteraard Santaigo de Compostela. Volgend jaar exposeer ik deze schilderijen van april t/m juni in Domani te Venlo (Nederland). Je kunt ze bekijken op mijn website: www.gerardstaalsart.nl (klik op Galerie > On the road).
En die uitnodiging om een Brussel een pint te komen drinken heb ik genoteerd. Kan ik tevens de Afrikaanse kunst bekijken. Het is weer meer dan een jaar geleden dat we in Brussel waren. Wat is de meest geschikte periode?
Ik begrijp uit mail dat je dit jaar nog weer de fiets pakt om de tocht naar Santiago af te maken. Ik wens je daarbij alvast heel veel succes en inspiratie toe.
Overigens: ik ga zelf volgend jaar ook opnieuw fietsen naar Santiago, maar dan vanuit Frankrijk; een aanloop naar de Pyreneeën, en dan wederom de camino francès. Mocht ik daar weer een boek over schrijven, dan zal dat heel anders van opzet zijn. Inmiddels ben ik met 'On The Road' bij druk 6 (in eigen beheer) aanbeland.
Vriendelijke groeten, en tot ziens, Gerard Staals
Als ik aan het einde van de dag (een warmteonweer staat op uitbarsten) na meer dan 72 kilometer fietsen in Midden Limburg weer thuis ben, ligt zijn antwoord al panklaar in mijn mailbox.

Goeie morgen Gerard,
Het kan verkeren hé zei Bredero.....
Ooit van BRUNEAF gehoord ????...... dat is één van de belangrijkste kunstgebeurtenissen ter wereld...dat doorgaat van 6 tot 10 juni....elk jaar.
Ga eens kijken naar de website..ik sta er onder CARAVAN.. en verder is er ook BOAS en BRAAF ...allemaal tijdens dezelfde periode.
Maar je bent natuurlijk ook welkom op een andere datum...ik ben alleen maar ge-opend op vrijdag en zaterdag in de winkel. T zou misschien fijn zijn om jullie eens bij ons thuis te mogen        verwelkomen...ik ben altijd een globetrotter geweest,... vreemde mensen worden snel bekenden !!!

Wat je schilderijen betreft.. ik ben erg nieuwsgierig...  Santiago loopt blijkbaar als een rode draad door mijn leven...Mijn galerijtje is gevestigd in de IMPASSE ST JACQUES - ST JACOBSGANG in Brussel.  Misschien eens een idee om je schilderijen ook eens tentoon te stellen op een of andere wijze volgend jaar bij mij. D'r valt altijd over te praten zou ik zeggen. Want wat niet is kan nog komen hé.

Wat ik gisteren nog niet gezegd heb....toen we verleden jaar het eerste deel van onze route deden zijn we talloze keren in vliegende vaart voorbij gestoken geweest door " HOLLANDERS "...met  de fiets...was dat balen ja....mijn eerste gedacht was, daar ga ik achteraan.. maar ze hadden blijkbaar hun zevenmijlslaarzen aan.. ik kon ze maar niet bijbenen....daana kwam ik de man met de hamer tegen en werd ik veel inschikkelijker.
T was dikwijls een beetje sterven op de fiets.. maar tegelijkertijd begon ik de wereld terug met ander ogen te bekijken..
Hoe DE MENS is rondom mij, gejaagd, geen tijd meer...

Mijn avontuur met de fiets is eigenlijk heel stom van start gegaan...ik ben in mijn jonge jaren altijd een verwoed fietser geweest.. om mijn 17de met een vriend in twee weken naar Barcelona....al liftend daarna een groot deel van de wereld gezien.. daarna terug enkele fietstochten...maar dan trouwen en werken en werken en kinderen.....
Vier jaar geleden stalen ze mijn oude auto hier in Brussel voor de deur , een toyota corolla die er 770.000 Km had opzitten, maar t was mijn trouwe partner door de jaren heen....
Nu rijd ik met de oude auto  van mijn vrouw , met wie ik ook vele jaren heb versleten,...een toyota tercel, k noem het mijn geisha, 25 jaar jong.. wat kan een mens nog meer verlangen hé.
....Auto weg...toen kreeg ik van mijn vrouw een fiets kado  voor mijn verjaardag...een koga myata, heb ik 1300 Euro betaald..(officiële verdeler in belgie).maar eigenlijk heeft de verkoopster mij "bedrogen".. want t is een maat 47 en t zou eigenlijk een maat 53 moeten zijn...je ziet hé.. bij de belgen zitten er ook malafide lui.
Maar niet getreurd...ik overweeg om mij een nieuwe te kopen of dit jaar of volgend jaar...  K heb net een Koga Myata aan mijn assistente betaald, als bonus op haar goede werk en verkopen die ze gerealiseerd heeft....ondertussen gaat de prijs van de fiets alleen maar omhoog.!!!!

Het eerste jaar dat ik de fiets had hebben we de kanalen-route  in Bourgogne en omstreken gemaakt...ECHT AAN TE BEVELEN ZOU IK ZEGGEN ..t was heerlijk maar ook keihard na zo weinig voorbereiding. Maar we hebben het op ons  “Belgisch ritme” gedaan en nu ben ik wijzer geworden en ga zoveel mogelijk met de fiets naar  het werk en de kinderen.
Hoe gaat het eigenlijk  met je integere compagnon  met wie je de reis naar Santiago hebt gemaakt...die je dikwijls voor je uit zag rijden toen het bergop ging...???...een goede gids noemen ze dat bij ons !!! :-)
Ik kijk uit als een goede leerling naar toch nog een reactie van jou....misschien even je telefoonnummer vermelden.. het kan altijd van pas komen....want k zou je toch graag ontmoeten voordat ik terug in september de wijde wereld intrek...!!!!
Hartelijke Groeten, Bert

Uiteraard stuur ik hem per mail een antwoord retour; een fragment:

Hallo Bert,
een snelle reactie van je gisteren.
Zelf heb ik de hele dag met oud-collega's op de fiets gezeten. Ondanks de hitte, en de nodige stops (er moet ook gegeten en gedronken worden) 's avonds bijna 75 kilometer op de teller. Nog net voor het onweer en de regen binnen.

Wat een bezoek aan Brussel betreft, nog steeds: graag. Ik heb overigens je mail ook doorgestuurd aan mijn fietsmaat Peter.
Graag zou ik opduiken bij de BRUNEAF, maar in dat weekend vier ik mijn 66e verjaardag. Elke dag van dat weekend wel wat volk over de vloer. Maar via mijn mobiele nummer kunnen we voor 3 september wel wat afspreken. Mijn nummer is: -.
Ik ben nog als eens van huis (niet alleen op de fiets), dus mobiel mis het handigst.

In verband met een nieuwe rit naar Compostela (voorjaar 2013) heb ik inmiddels al een nieuw blog opgezet, hetgeen ik (ruim vooraf) ook gedaan heb bij mijn eerste tocht naar Compostela. Toen was het www.gerardstaals.blogspot.com (nog steeds in de lucht), en voor de nieuwe is het www.gerard-staals.blogspot.com
Met jouw goedvinden kan ik eventueel ook fragmenten uit je mails gebruiken bij het opzetten van een volgende tekst (blog). Ik hoor het wel.
Met vriendelijke groet, en tot ziens, Gerard Staals
Bert blijkt het vanwege de BRUNEAF druk te hebben, want een paar weken hoor ik niks van hem. Maar op 15 juni ligt er weer Brusselse post in mijn mailbox.

Hallo Gerard,
Je hebt er weeral een extra lente op zitten...66...als je aan de 69 geraakt wordt het pas echt zwoel en erotisch.. ;-) Geen probleem hoor om fragmenten uit mijn mails te gebruiken. Dan kunnen die "hollanders " ook nog eens van een vlaamse tekst genieten, zeker nu ze met de bal naar huis zijn gestuurd...

K heb toch een vraagje...mijn compagnon moet eigenlijk ontzettend veel drinken op de fiets...we zoeken eigenlijk al lang naar een kleine lichte koelbox of koelzak waar je van die ijsblokjes kan indien... Heb jij eventueel enig idee waar we dit kunnen vinden..?...want  in belgenland is de auto nog altijd meester en de fiets staat spijtig genoeg nog dikwijls aan de kant voor de meeste mensen.
En last but not least wil ik je een fijne verjaardag toewensen.. wensen gelden bij ons het hele jaar .
Buon Camino zou ik zeggen als je er volgend jaar terug aan begint.

Wij proberen in september of we wel aankomen...veel ge-oefend  hebben we nog niet kunnen doen...zitten tot over onze oren in het werk...en de regen valt hier elke dag met bakken uit de        hemel.
Zou Jacobus ons dan toch slechtgezind zijn of wilt hij schuinmaarcheerders helemaal  niet over de vloer zien komen ???????.....................
Hartelijk, ik bel wel eens voor mekaar te ontmoeten als het hek hier van de dam is.
Bert

zaterdag 9 juni 2012

7 JUNI 2012: LA TRAPPE IN DE PEEL

Op de fiets met Toon Kortooms  en Hendrik Wiegersma

Morgen jarig: 66. De geldigheid van dit blog krijgt zijn legitimatie dus pas vanaf 8 juni 2012. De natte moesson van de voorbije dagen lijkt vandaag voor even geluwd.
Nog voor negen uur moet ik me voor de periodieke dopingcontrole melden: bloed en pis inleveren. De vloeistoffen worden door de medewerkster van het Vie Curi voorzichtig - als ware het de laatste flessen Mouton-Rotschild - bij de overige klassewijnen gezet. Om half tien schuift de Volvo van Frans voor de deur. Op de drager achterop, zijn Koga. Die wordt eraf getild. Er kan gefietst worden. Dat zag er een week geleden even anders uit. Frans stuurde me toen een mail:

Ben gisteren enorm geslipt met de Koga: bij de grens bij Venlo nam ik een bocht, van steen naar zand en ik ging me daar toch onderuit met 23 km p.u.: knie kapot, flinke diepe wond, allebei de polsgewrichten wat gezwollen en pijnlijk, handpalm opengereten, de snelheidsmeter naar de mallemoer, stuur scheef, voorste spatbordbevestigingen helemaal eruit.)
Het kan verkeren… Frans

Het leven van een fietser hangt aan een zijden draad. Dat zie je maar weer eens.

Aanvankelijk de wind in de rug. Sevenum doen we met twee vingers in de neus. Wel nog even een surplace in de fietswinkel van Theo Lommen om rode Orlieb fietstassen te betasten. Waterdichte jongens. En die heb je nodig als je de geselende regens in het natte Galicië wilt trotseren.
Vlak na Kronenberg een stop bij de helderwit gekalkte kapel van de heilige Antonius, ja die van de verloren voorwerpen. Bidden en smeken, ook al drijft Antonius een geheel andere winkel, om voldoende weerstand te verzamelen voor de passage van de vrouwengevangenis Ter Peel in het godverlaten Evertsoord, een kilometer of twee verderop. Dagelijks golven daar de hijgende Sirenenzangen door de nat beweende ijzeren tralies naar buiten. Zonder de oren vol te stoppen met dempende bijenwas zoals de metgezellen van de Griekse held Odysseus dat deden, ronden we zonder noodlottige libidineuze gevolgen de Evertsoordse Kaap de Goede Hoop.
Niet veel later gaat het richting Helenaveen en vervolgens Liessel. Het zware, klamme wolkendek begint zowaar gaten te vertonen. Het wordt gewoon prima fietsweer. De temperatuur hijst zich als een baron van Münchausen aan zijn eigen haarstralen omhoog tot een graad of twintig.

De Peel wacht op ons. Hier eten de schoolkinderen nog onvervalste turf. En verzuipt er om het jaar wel een dorpsdokter. Maar de gebroeders Beekman handelen tegenwoordig in oude metalen. De voortuintjes worden aangeharkt, bijgeknipt, opgepimpt. En dat alles onder een inmiddels uitbundige zon. Van de vroegere doffe armoe geen spoor. De heren Kortooms en Wiegersma hebben alles uitstekend voor elkaar.
De hoofdstad van Peelland was en is Deurne. Daar fietsen we tegen het middaguur in de richting van het centrum. Maar zover zullen we voorlopig niet komen. Even na het Tuinpad van mijn Vader staat een stenen bank. In de schaduw. Voor het museum van die verzopen dokter. Hendrik Wiegersma, dus. Op het moment dat ik op die stenen bank ga liggen om te genieten van mijn Oberlander Brot waartussen gebakken ei, slaat een schalkse Deurnese de brede toegangsdeur open van het voormalige woonhuis annex dokterspraktijk en apotheek (en nu museum De Wieger) van dorpsdokter Wiegersma (1891-1969). Naast zijn drukke medische werkzaamheden schilderde hij in de nachtelijke uren meer dan verdienstelijk. Medicus-pictor. Want in 1925 ontmoet dokter Hendrik de schilder Otto van Rees, bewoner van het Deurnese Klein Kasteel. Hendrik blijkt een natuurtalent en in zijn in de grote achtertuin gebouwde atelier werkt hij als een bezetene aan zijn schilderijen. Exposities op de Biënnales van Venetië en Sao Paulo, in het Stedelijk van Amsterdam en vele andere musea. Zijn beroemdheid bezorgt hem daarnaast hoofdrollen in Antoon Coolens roman ‘Dorp aan de Rivier’, en in Toon Kortooms’ ‘Help, de dokter verzuipt’.

De schilderijen van Wiegersma krijgen we niet te zien vandaag. Maar er is een andere verrassende expositie. Schilderijen van de Oost-Vlaamse schilder Jozef van Ruyssevelt (1941-1985). Ik heb er nog nooit van gehoord, maar het zijn schitterende binnenhuistaferelen. Vlot geschilderde olieverfdoeken, of gouache gemengd met krijt. Volgens de toezichthoudende vrijwilligster leefde van Ruyssevelt  een teruggetrokken bestaan, bijna opgesloten in zijn atelier. Zelden zocht de ‘autistische schilder’ buitenlucht op. Zijn schilderijen leggen er getuigenis van af: de meeste laten zijn uitzicht op de wereld zien door een van ramen van zijn huis. Het mooiste schilderij op de expositie vind ik ‘Winter (1979)’, ook hier de wereld gezien door het raam, met krachtig wit en zwart pastel. Een aangename schok.

Genoeg cultuur voor vandaag. Het wordt tijd voor een stevige trappist. Doorfietsen naar het centrum van Deurne. Daar blijkt alles overhoop gehaald voor de op handen zijnde kermis die in het weekend zal uitbarsten. We slalommen tussen de nog onaffe attracties door. Maar gelukkig biedt Plein Vijf nog voldoende ruimte op het buitenterras. De zon loeit zijn hoogtepunt van de dag. Ook al zijn we pas halverwege onze voorgenomen dag-afstand: een stevige bokaal Belgisch graangoud moet kunnen. Het wordt een La Trappe Tripel. Op de op het flesetiket toegezegde 8% moet het fietsen een stuk beter gaan. Bovendien zullen we op de terugweg een straffe wind tegen hebben, en dan kan je alcoholpromillage maar beter wat verhoogd zijn.
De Tripel van La Trappe is een godendrank. Een stukje opvoeding in dit blog kan derhalve geen kwaad. Ik citeer uit de bijbel van de Abdij van Koningshoeven:

La Trappe Tripel is een krachtig Trappistenbier van hoge gisting met 8% alcohol. La Trappe Tripel is donkerblond en vol van kleur. De geur is licht moutig, esterig en heeft een mooi decent hoparoma. Aan het gebruik van onder andere koriander dankt het bier haar frisse en kruidige karakter. De smaak is fruitig, bitterzoet en licht alcoholisch. Ondanks de volle, rijke smaak heeft dit eigenzinnige bier een licht droge afdronk met fijne bitterheid.

Via het non-descripte Zeilberg gaat het richting Griendtsveen.  Het Peeldorp werd pas rond 1885 gesticht. En heeft alles te maken met ene Jan van de Griendt, die verantwoordelijk was voor de aanleg van de spoorlijn Venlo – Eindhoven, en verder enorm heeft bijgedragen aan de veenexploitatie in de Peel. Hij was immers in 1853 een van de oprichters van de ‘Maatschappij tot ontginning en vervening van de Peel’. Zijn zoons zullen later het dorp Griendtsveen stichten.
Maar niet alleen door de naamgever is het dorp een bezienswaardigheid. De andere bekende dorpeling is de schrijver Toon Kortooms. Je loopt hem zowat op alle hoeken van het oude veendorp tegen het lijf. Op dit ogenblik wordt het Toon Kortooms Park stevig onder handen genomen en uitgebreid. We fietsen er even later langs. Maar hebben geen zin in een wandeling over het Blotevoetenpad of een slok warm water met gedroogde blaadjes in de Theetuin. Het ‘Gouden Turven’ arrangement biedt all inclusive voor 10 euri een bezoek aan museum en theetuin, de beleving van het blotevoetenpad en een wandeling naar de fundamenten van de oude Deurnese turfstrooiselfabriek. Nee, dan liever een La Trappe. Beter voor trappers.

Het dorpsgezicht van Griendtsveen is inmiddels tot beschermd gebied verklaard, en dat is maar goed ook. Met veel plezier fiets je langs de kaarsrechte kanalen waarover destijds het gestoken veen werd afgevoerd. Het peilloze, diepdonkere water ligt er strak bij. De fluorescerende plakken lichtgroen eendenkroos doen bijna surrealistisch aan en lijken op een fata morganische afdichting van Styx, de mythologische rivier die de bovenwereld scheidde van de onderwereld. Charon fungeerde daarbij als de veerman die de schimmen van de overledenen, wanneer zij rust wilden vinden in het rijk van Hades, de Styx overzette. Als veergeld gaven de Grieken de doden een muntstuk (obool) mee in de mond. Maar ik dwaal af. Hoe kan het ook anders, in deze schitterende natuur. Het zonlicht ploft door het dichte bladerdak van de bomen. Vogels suizen of klapwieken om je heen. Frans weet ze onmiddellijk te determineren. Voor koolmees, papegaai of condor draait hij zijn hand niet om. Maar waarschijnlijk zal hij de laatstgenoemden hier niet te zien krijgen. Voor mij blijft het allemaal vliegend vee.

Verder wordt de rust van de bewegingsloze kanalen en de licht op en neder bewegende bladeren verstoort door medewerkers van Staatsbosbeheer of een ander natuurminnend syndicaat. Even verderop worden met een grijper hele sparren en andere boomsoorten in een soort megagehaktmolen gepropt. De lange hoge slurf spuugt het versnipperde hout even verderop op een hoop. Het lawaai is niet van de lucht. Verder fietsen dus maar.
Bij de hunkerbunker van Ter Peel, de vrouwengevangenis van Evertsoord, eindigt de gefietste lus. Vandaar gaat het weer over de bekende weg via Kronenberg en Sevenum naar Grubbenvorst. Helaas kunnen we in Sevenum nog niet een van de daar opgerichte tipi’s in om even te pauzeren. Van 8 t/m 10 juni vindt daar op camping De Schatberg het zogenaamde Medicinewheel Gathering 2012 plaats. Echte Indianen, de American Natives, zijn vanuit Arizona en Nevada ingevlogen. Indiaanse dansen en markten, paarden- en roofvogelshows, lezingen, exposities, huifkartochten, het zal allemaal beleefd kunnen worden, de komende drie dagen. Maar die Indianen, die ga ik zelf binnenkort wel bekijken in hun indigenous omgeving. Samen met mijn eigen indigenous squaw Wolf.

Tegen vier uur in de middag terug op het honk. Met ruim 65 kilometer op de teller. Frans is niet onderuit gegaan, en zijn knie heelt voorspoedig. Maar misschien kan het geen kwaad ook nog even de Navajo medicijnman in een Sevenumse tipi (wigwam) te raadplegen. Het kan in ieder geval geen kwaad. Want bij dokter Wiegersma kan hij immers niet meer terecht.