maandag 3 september 2012

Deutschlandtour: Krickenbeck - Wittsee - Hinsbeck - Fliegerhorst


Grenzenloos fietsen

De dag: 23 augustus 2012. Je spreekt af om 8.15 uur onder aan de stadsbrug, Venlozijde. Bij het viaduct annex rotonde Roermondsepoort. Maar hoe gaat dat dan volgens de Wet van Murphy in zijn werk?

Terwijl ik ruim op tijd om 8.10 uur arriveer en me posteer onder een nog jonge plataan op het brede trottoir in de buurt van de voormalige Hema, staat Frans schuin tegenover, slechts een kleine honderdtal meters van me verwijderd, onder datzelfde viaduct. Maar dan in de richting van het station. Een kwartiertje wachten levert niet het gewenste resultaat, namelijk het afgesproken wederzijdse treffen. Ik ben uiteraard nog onkundig over ons beider surplace. Bovendien kom ik er achter dan ik niet beschik over Frans zijn mobiele nummer. Als je met elkaar naar Santiago de Compostela wilt fietsen een noodzaak. Want als je op de camino elkaar uit het oog verliest, staat de een misschien te wachten op de top bij Cruz de Ferro, terwijl de ander nietsvermoedend in de verkeerde afslag neemt, richting Madrid of Segovia, om maar een paar niet onaantrekkelijke Spaanse steden te noemen.

Omdat we beide onder invloed van een blinde vlek op onze eigen standplaats blijven rondhangen (geen straf, want luchtig geklede jonge vrouwen fietsen vriendelijk groetend en zongebruind – immers: net een relaxte zonvakantie op Lesbos of een ander lustopwekkende eiland in de Middellandse Zee achter de rug – met enige regelmaat voorbij, op weg naar kantoor of kledingwinkel om daar wat suffe arbeid te verrichten. Geen enkel grijs haar op mijn hoofd dat er ook maar over peinst om op zoektocht te gaan naar Frans) blijven we uit elkaar gezichtsveld. Dat had gerust nog een uurtje of wat kunnen duren, daarmede de voorgenomen dagtochtkilometers aanzienlijk bekortend.

Uiteindelijk bel ik toch maar naar Tegelen, waar Frans’ echtgenote zeer waarschijnlijk met de regionale gazet aan het uitgebreide ontbijt zit. Dat blijkt zo te zijn. Op mijn vraag of Frans al uit bed is, antwoordt ze bevestigend. En of hij ook al richting Venlo fietst?, is mijn vervolgvraag. Verwondering aan de andere kant van de lijn. Frans is immers al om half zes opgestaan, teneinde zich op de afgesproken tijd bij de Venlose stadsbrug te melden.  Daar moet hij staan. Of ik maar eens goed rond wil kijken. Maar ik zie geen Frans, in velden nog wegen.

Ze belooft dat ze Frans zal bellen. Hij beschikt volgens haar over mijn mobiele nummer, en zal me daarna zeker bellen. En dat gebeurt ook. Want nog geen minuut later gaat mijn telefoon. En zie ik hem schuin tegenover op dezelfde rotonde met het sprekende apparaat aan zijn oor. We kunnen de fiets op. Het is stralend zomerweer en we hebben er zin in.

Vijf minuten later beklimmen we al de Leutherberg, en niet veel later wordt de Germaanse grens gepasseerd. Mijn Ausweis heb ik thuisgelaten. We hebben ons voorgenomen het natuurgebied tussen en rondom de grensmeren te befietsen: de Krickenbecker See, De Wittsee en wat er verder nog aan plas voorbij komt. De natuur spat bronstig groen de grond uit, het gevederde watervee kwaakt, kwekt, ratelt, plenst en spettert dat het een aard heeft. Het ongevederde watervee houdt zich schuil onder het rimpelloze wateroppervlak. Gelijk hebben ze.

Natuur is prachtig, maar je moet er iets bij te drinken hebben. En dat is nu net het probleem in de Germaanse grensregio. De cafés met Biergarten doen hun naam geen eer aan: gesloten op het nog matineuze uur. Zelfs het wijwatervat in een boerenkapelletje staat droog: het is de Heilige Geist Kapelle zum Stegerhof gehörig, 1897 erbaut, 1986 restauriert.  Doorfietsen dus maar, met zo nu en dan een slok lauw leidingwater uit de bidon. Het leven zou zo mooi kunnen zijn. Pas na elven arriveren we in Hinsbeck. We doen de plaatselijke cols, zweet parelt op het voorhoofd. Dorst. We worden naar het centrum gelokt door het begrafeniskoor dat in de kerk een Hinsbecker Germaan naar zijn laatste rustplaats begeleidt.

In de buurt van elke plaatselijke dorpskerk moet een kroeg zijn. Op deze gouden regel is Hinsbeck geen uitzondering. Het wordt het bescheiden terras van hotel-restaurant Haus Josten. Echter: de om de tafels gegroepeerde stoelen van grijze gevlochten kunststof zijn met een stalen kabel aan elkaar geklonken. Het is duidelijk: ook hier niet geopend. Maar we hebben voor hetere vuren gestaan. Frans stapt tot het uiterste getergd naar binnen. Nog geen minuut later stapt hij weer grijzend naar buiten. Een dubbelloops, op de slapen des obers gericht vuurwapen kan wonderen doen. En Zie: binnen vijf minuten staan een dampende kop thee, en een al even zeer dampende kop koffie op de terrastafel. Dat we over de staalkabel in de stoelen moeten klimmen, en de Germaanse bediende ook geen aanstalten maakt de hele zooi los te koppelen, ach, dat hebben we er graag voor over.
Terwijl door de dikke muren van de Hinsbecker parochiekerk de bestorven klanken van het ‘Dies Irae’ en het ‘In paradisum’ klinken, genieten wij van de thee (Frans) en de koffie (ik).

De weg terug naar huis (ik heb afgesproken voor 13.00 uur me weer in Grubbenvorst te melden) gaat via het beruchte Fliegerhorst, aan de Groote Heide. Het is de plek van het voormalige vliegveld bij Venlo, dat in de Tweede Wereldoorlog van groot belang is belang is geweest. Na de Duitse inval in Nederland in mei 1940 begonnen de Duitsers meteen met de opwaardering van een aantal Nederlandse vliegkampen en de aanleg van een aantal nieuwe. Deze Duitse militaire vliegvelden werden Fliegerhorst genoemd en dienden ter voorbereiding op een aanval op Engeland en ter verdediging van Nederland. Zo, enige historische informatie is nooit weg voor de lezer van dit blog.

Wikipedia zegt er het volgende over:
De voormalige Vliegbasis Venlo - Herongen werd tussen oktober 1940 en maart 1941 aangelegd als Duitse Fliegerhorst op deGroote Heidebij Venlo en kreeg de naam Fliegerhorst Venlo. Sinds 1913 lag op deze locatie al een bescheiden Nederlands vliegkamp dat door de Duitsers werd uitgebouwd tot een complex van in totaal 1075 hectare op het grondgebied van de Nederlandse gemeente Venlo en de (huidige) Duitse gemeentes Nettetal en Straelen. Het complex met twee startbanen van 1450 meter en één van 1200 meter was uitgerust met de modernste veiligheidsinstallaties, radioapparatuur en nachtverlichting met 2000 lampen. Door de Fliegerhorst liep een netwerk van wegen met een totale lengte van 48 kilometer tussen hangars, onderkomens, werkplaatsen, casino's, voetbal- en tennisvelden.

Tussen januari 1943 en augustus 1944 werden 75 à 100 aanvallen door Mosquito's op de Venlose basis uitgevoerd waarbij een groot deel van de bommen buiten de vliegbasis is neergekomen. Op 3 september 1944 werd de vliegbasis volledig verwoest in een ongecoördineerde actie van honderden Britse vliegtuigen.

Nog voor 13.00 uur retour op de thuisbasis. Bij het binnenrijden van Venlo heb ik al afscheid genomen van Frans: hij zet rechtstreeks koers op Tegelen. Ik zal bij Velden de Maas oversteken. Bij aankomst heb ik 50,02 km. op de teller staan. Geen zware dag-etappe, maar het fietsen deed er toe.