vrijdag 30 maart 2012

Teken van leven met de wind tegen

Hoe sterk is de eenzame fietser...

Lentegroen met oud rood
Donderdag 29 maart 2012. Het zal de voorlopig laatste fraaie lentedag worden. De afgelopen weken was het halleluja voor de fietser: relatief hoge temperaturen, veel zon, en nauwelijks wind. Hoewel die wind zich vandaag voor het eerst sinds lange tijd ontpopt tot een stijve bries. Bovendien is de zon ook al niet te zien. En is de temperatuur een paar graden lager dan gisteren. Kortom: eigenlijk geen fietsweer voor de luxe-fietser die in de voorbije wintermaanden is gepamperd door een weldadige centrale verwarming.
Met Frans op pad dus, in en door het grijze midden Midden Limburg. Aan het einde van de dag staan er desalniettemin 78,07 afgelegde kilometers op mijn dagteller. De laatste 35 daarvan doorploeg ik met de wind pal van voren of schuin tegen. Geen pretje als je over open vlaktes of langs hoge, kale Maasoevers fietst. Nee, dan was het in de ochtenduren nog een stuk relaxter. Met wind in de rug in hoog tempo door de bossen waar mijn ornithologische ver onder het niveau van mijn biologisch onderlegde fietscompañero blijft. Alleen de Vlaamse gaai herken ik. Hoewel ik het roffelen van de bonte specht ook wel kan plaatsen. Een andere, deels felrood gekleurde specht zou ik niet onmiddellijk herkend hebben. Ik ben te laat om hem op de foto te vereeuwigen.

Om een uur of half elf zijn we al en route. Via Venlo - Tegelen - Reuver naar Roermond en daar de Maas over. Vervolgens via Haelen - Neer - Kessel en Baarlo retour naar Grubbenvorst. Met een straffe, koude wind tegen. Guur weer. Slechts 1 stop onderweg. Hoe sterk is de eenzame fietser...?
Sint Dyonisiuskerkje Asselt - Tap dicht
Die stop onderweg is in het gehucht Asselt, in een hoog op de Maasoever gelegen restaurant. Vanachter het raam heb ik, met een alleszins verantwoorde cappucino voor me op tafel, uitzicht op het Sint Dyonisiuskerkje, uit de 11e eeuw nog wel! Ja, voor cultuur zijn we altijd te porren.Voor Frans biedt dat uitzicht op de romaanse tempel van Dyonisius voldoende alibi om zich een stevige kelk Westmalle in te laten schenken.
Sint Jacob laten we in het voorbijfietsen in de Roermondse Sint Christoffel kathedraal in zijn wintervet gaarsmoren. De nog schuchtere natuur lonkt immers. En de tekenbeten waarvoor vanaf deze maand gewaarschuwd wordt, daar zijn we op gekleed. Degelijke fietskleding: geen décolleté, geen blotearmen, geen geharste kuiten. De venijnige bijtertjes zullen geen vat op me krijgen, deze dag. Een vaccin tegen de ziekte van Lyme die het gevolg kan zijn van een tekenbeet, is er nog niet. Het zenuwstelsel kan er een flinke klap door oplopen: zenuwpijnen, zenuwuitval of gezichtsverlammingen. Ook gewrichtsklachten, huidaandoeningen en hartritmestoornissen zijn niet ongebruikelijk. Kortom: de fietser in de vrije natuur verkeert in permanent doodsgevaar. Het schijnt dat de beestjes een voorkeur hebben voor vochtige plekken: de liezen, de bilspleet en de oksels. Laten dat nou net de plekken zijn die bij de zich inspannende duurfietser snel vollopen met zijn zoute zweet. Ik moet snel eens proberen te achterhalen of Sint Jacobus hier iets aan kan doen. Laat hem dat teken van leven geven! Iemand die er om bekend staat de Moren in de pan te hakken, moet de vernietiging van de in het vel van de fietser genestelde teek als een peuleschil beschouwen.

zaterdag 24 maart 2012

Met Leonard Cohen en the Beatles on the road

Songs from the Road

Laten we wel wezen: op je oude dag naar Santiago fietsen, dat heeft toch iets weg van 'opa's laatste kunstje'. Op dit ogenblik zingen de Beatles door mijn hoofd: "When I'm sixty-four". Maar 64 was ik bijna, het scheelde een week, toen ik voor de eerste keer Santiago de Compostela aankwam, eind mei 2010, een heilig jaar. Volgend voorjaar nader ik de 67, en zal ik : "When I'm sixty-six" moeten zingen:


When I get older losing my hair
Many years from now
Will you still be sending me a valentine
Birthday greetings, bottle of wine?


If I'd been till quarter to three
Would you lock the door?
Will you still need me, will you still feed me
When I'm sixty-six?

Maar die many years from now, die zijn al lang daar. De point of no return ben ik gepasseerd. Sixty-four, sixty-six, wat maakt het eigenlijk ook uit?
De oorspronkelijke Route 66 ligt natuurlijk in de Verenigde Staten, en loopt van Chicago naar Santa Monica (Los Angeles) aan de westcoast. Meer dan 5000 kilometer, dwars door het binnenland van Noord-Amerika. Die tocht laat ik graag over aan Sal Paradise en Dean Moriarty. Jack Kerouac heeft het allemaal opgeschreven in zijn ritmische roadnovel On The Road (1957). Dat hoef ik niet nog eens over te doen.

Je het snot voor de ogen fietsen
Maar de gedachte weer over de Franse Pyreneeën te hoppen, en vervolgens door het Spaanse Navarra, en over de hoogvlakte van de Meseta naar het verre Galicië te fietsen, die gedachte heeft me sinds die eerste keer niet meer losgelaten. Dat wil ik wel overdoen.

Morgenavond maar gewoon luisteren en kijken naar de SONGS FROM THE ROAD. Naar de donkere, gebronsde stem van de 77- jaar oude Canadese bard Leonard Cohen op zijn wereldtournee. Daar verdampen die luttele 900 kilometer bij als sneeuw voor de zon. Ik denk er sterk over om als 'The Partisan' te logeren in zijn 'Chelsea Hotel' met een 'Heart with no companion', maar 'Waiting for the miracle'. Luister mee:
http://www.youtube.com/watch?v=be60--LsAfE

vrijdag 23 maart 2012

ROUTE 66 TO SANTIAGO DE COMPOSTELA: Three years after: opnieuw naar Santiago de Compos...

ROUTE 66 TO SANTIAGO DE COMPOSTELA: Three years after: opnieuw naar Santiago de Compostela

Het lijkt wel of ik er geen genoeg van kan krijgen. Twee jaar nadat ik met Peter Mommers vanuit Grubbenvorst naar Santiago de Compostela fietste slaat de gekte weer toe. Blijkbaar zijn die bijna 2500 kilometer die ik tussen 24 april en 24 mei 2010 met hem aflegde nog niet voldoende geweest.
Maar het moet gezegd: na afloop van de pelgrimstocht (immers: een volgestempelde credencial) heeft de camino me niet meer losgelaten. In januari 2011 publiceerde ik mijn boek 'On The Road - een odyssee per fiets naar Santiago de Compostela', 302 pagina's dik, en met 24 pagina's foto's in full colour. In oktober 2010 begon ik te schilderen aan een reeks van 10 schilderijen onder de titel 'On The Road'. Tien schilderijen die de camino tussen Saint-Jean-Pied-de-Port, aan de voet van de Franse Pyreneeën en het Galicische Santiago als onderwerp hebben. Tien markante plekken op de route. Een van de schilderijen maakte deel uit van de expositie 'Pelgrims. Onderweg naar Santiago de Compostela' in het Museum Catharijneconvent in Utrecht, van 15 oktober 2011 tot en met 26 februari 2012. Het is de bedoeling dat de volledige reeks in het voorjaar van 2013 geëxposeerd gaat in Domani te Venlo. Ik ben op dit ogenblik bezig aan het voorlaatste schilderij in de reeks.

De gedachte om nog een keer de camino, of een deel daarvan, te fietsen bleef door mijn hoofd malen. Inmiddels heb ik in 2010 en 2011 samen met Gemma, mijn vrouw, twee keer een deel van de in 201- door mij en Peter afgelegde route gefietst. In augustus 2010 langs de Maas in Frankrijk, tussen Givet en Chaleville-Mézières. En in april-mei 2011 in de Bourgogne, over de jaagpaden langs het Canal du Nivernais en de Yonne. Met o.a. bezoeken aan Auxerre en Vézelay.

Sinds vorige week zijn de plannen om opnieuw naar Santiago te fietsen concreet geworden. Op een lenteachtige ochtend fiets ik met Frans Maas, een oud- en medecollega in de directie van het Blariacumcollege, in het Duits-Nederlandse grensgebied tussen Venlo en Roermond. Langs de Swalm en over de ontmantelde NAVO-basis in het Brachter Wald. Ineens staan we oog in oog met een viertal herten. Het water van de kleine meren staat strak. Een specht roffelt op een droge stam. En onderweg drinken we in een al geopend etablisement in het bos een stevige Grimbergen. Fietsen vereist een ijzeren gestel.
Frans begint er zin in te krijgen, en eenmaal terug op zijn basis in Tegelen staat zijn besluit vast. We zullen de camino gaan fietsen, de Camino Francès wel te verstaan. Te beginnen aan de voet van de Pyreneeën, bij Saint-Jean-Pied-de-Port, waar de 26 kilometer lange beklimming van de Ibañeta (1057 meter) de eerste krachtproef zal worden. In 2010 is het er koud (2 graden), hangt er een dikke mist en valt er miezerige regen. De hele dag zie ik geen berg. Compleet verijst stranden we die dag in Roncesvalles, na amper 30 kilometer fietsen.
Het belangrijkste dat Frans nu te doen staat is een voor de tocht geschikte fiets aan te schaffen. Maar daar is nog ruimschoots de tijd voor. Een jaar lijkt lang, maar uit ervaring weet ik dat ook zo'n periode snel voorbij is. Voordat je het goed en wel in de gaten hebt sta je van ellende te rochelen op de flanken van de Ibañeta, de poort tot Spanje en Navarra.