dinsdag 24 april 2012

WAAR DOE JE HET ALLEMAAL VOOR?

Santiago de Compostela (provincie Coruña; 90.000 inwoners), eindpunt van de Camino.

De stad en de drie torens van de kathedraal met het graf van Sint Jacobus, het lang verwachte doel. Je kunt de stad van de heilige Jacobus voor het eerst zien liggen vanaf de Monte do Gozo, de ‘berg van de vreugde’.


De kathedraal van Santiago de Compostela
Renaissance, barok, moderne architectuur, het is in Santiago de Compostela allemaal in overvloed aanwezig. Maar het regent er dikwijls, de meeste mensen hebben dan ook steevast een paraplu bij zich. Galicië wordt niet voor niets ‘het groene Spanje’ genoemd. De niet al te grote binnenstad is een zeer sfeervol door de opeenhoping van smalle straatjes, kapellen, trappen, bars, eethuizen kriskras door elkaar.
Het hart van de stad is de Praza do Obradoiro met de kathedraal. Het beroemde Pórtico de la Gloria van de kathedraal is een hoogtepunt van Romaanse beeldhouwkunst in Spanje. Op de middelste zuil zetelt Santiago en onder hem is de Boom van Jesse (of Levensboom) afgebeeld. Elke pelgrim wordt geacht zijn of haar hand in de diep als een wonde uitgesleten ‘hand’ van Jacobus te leggen, als een gebaar van verzoening en vriendschap. Het graf van Jacobus bevindt zich in de crypte, precies op de plaats waar het graf in de 8ste eeuw werd ontdekt.
Aan de noordzijde van het plein is het zeer grote Hospital Real neergezet door Ferdinand van Aragon als herberg en opvangplaats voor de pelgrims. Tegenwoordig is het een zeer luxe hotel, een van Spanjes beroemdste paradores, onder de naam ‘Hotel dos Reis Católicos’.

Achter de kathedraal ligt de Praza da Quintana, dat vooral in gebruik is voor culturele manifestaties, of gewoon om achter een glas wijn van de zon te genieten, op de momenten dat die zich hier laat zien. Het Museo das Peregrinaciónes aan de Praza de San Martino staat helemaal in het teken van de pelgrimsroute.
Veel pelgrims zetten de tocht nog 120 km verder door tot Cabo Fisterra, het meest westelijke punt van Galicië op 9° westerlengte en 43° noorderbreedte. Fisterra is afgeleid van het Latijnse ‘finis terrae’, het einde van de wereld. Het is een dorpje met 3000 inwoners met enkele mooie stranden. Tot de Spanjaarden en Portugezen in de 15de eeuw met hun ontdekkingsreizen begonnen, dacht men dat de wereld plat was. Voor de Kelten, Romeinen, Goten en Castilanen was de Cabo het einde van de wereld. Een plaats van vrees voor de onstuimige zee aan de Costa de Morte, een plaats van hoop op een behouden thuiskomst. Ik heb de tocht naar Fisterra in 2010 niet per fiets gemaakt (die was al op transport onderweg naar Nederland), maar per bus. Een dagtocht.

maandag 16 april 2012

MET BILLY CONNOLLY OP DE ROUTE 66


Met een trike naar Santiago de Compostela?

Gisteravond zag ik voor het eerst (op het Belgische tv-kaal EEN) een deel uit de 4-delige reeks van Billy Connolly, een Schotse komiek en journalist die breed gezeten op zijn glimmende trike en met wapperende grijze, lange haren over de legendarische Route 66 van Chicago naar Santa Monica (Californië) rijdt. En onderweg geniet van het fantastische binnenland van Amerika. Helaas heb ik het eerste deel moeten missen.

Zijn reis langs Route 66 is gekenmerkt door de enorme contrasten. Billy vertrekt vanuit Chicago, een bloeiende stad met zijn prachtige gebouwen en komt op zijn reis naar het westen langs verlaten dorpjes, hele wijken die weggevaagd zijn door tornado’s, mensen die ver van de bewoonde wereld wonen en vooral bijzondere verhalen. Billy geeft het begrip ‘Get your kicks on Route 66′ wat door zovelen is gezongen een gezicht die je in geen enkel reisprogramma terug zult vinden. Het programma werd al op verschillende tv-stations in de wereld uitgezonden. Ik kan me niet herinneren dat ik het ook al op een Nederlandstalige zender gezien heb.

Naast de tv-serie is er inmiddels ook een boek verschenen. Het boek schijnt een prachtige aanvulling te bieden op de televisie-uitzendingen. De kleine details die de editor er verplicht uit moest halen om de uitzending binnen de 45 minuten te houden worden ruimschoots aangevuld door de verhalen van Billy in het boek en dat maakt het een prachtig complete set. Naast het boek zijn er cd’s verkrijgbaar met de muziek die in de tv-serie de beelden ondersteunt. Een prachtige verzameling van hits uit de 60′s, 70′s, 80′s en daarna. Het is een bonte verzameling van Blues, Rock & Roll, muziek die verbonden is aan deze bijzondere weg dwars door het hart van Amerika.

Er schijnt nog een vijfde aflevering van de tv-serie te bestaan, maar die wordt voorlopig niet uitgezonden. Nog meer prachtige beelden van de legendarisch route. En Billy die ze regelmatig aanvult met prachtige verhalen en zijn uiteindelijke gedachten over Route 66: ‘Route 66 gaat langzaam maar zeker dood. Maar, er zijn prachtige mensen die hun uiterste best doen om het levend te houden. Billy laat in zijn Route 66 de mensen zien die het hardst moeten vechten om te overleven en daar ook in succesvol zijn. De saaie delen laat hij volledig achterwege. Het is een prachtige mix van een groep mensen met hun verhalen geworden die je in geen enkel boek of tv-programma terug zult vinden. Behalve als ‘The Big Yin’ besluit om op zijn trike te stappen om ze zelf te bezoeken.

donderdag 12 april 2012

VAN JE OUD-COLLEGA'S MOET JE HET HEBBEN

Die wielergekken hebben nog geen meter getrapt

Familieleden, oud-collega’s, vrienden en kennissen reageren verbaasd op mijn voor nemen om opnieuw naar Santiago de Compostela te fietsen, ook al zijn ze op de hoogte van het feit dat ik niet het volledige spektakel van 2010 ga herhalen. Toch heb ik al een paar maanden na de bijna 2500 kilometer lange fietstocht van toen aangegeven dat ik met name het Spaanse deel nog wel een keer wilde overdoen, ook al was dat het moeilijkste deel van de camino. Ook nu nog denk ik nog steeds met afgrijzen terug aan de barre tocht over de Pyreneeën, de eindeloze beklimming naar Cruz de Ferro en het hete inferno op de flanken naar O Cebreiro. Weet Frans wel waar hij aan begint, denk ik wel eens. Heb ik het niet allemaal te rooskleurig voorgesteld? Misschien is het een vorm van masochisme waar elk mens bij tijd en wijle zich door laat meeslepen. Toen ik afgelopen weekend keek naar het heroïsche gevecht op de bonkende kasseienstroken in de wielerklassieker Parijs – Roubaix, wist ik weer eens dat dit soort masochisme een wijd verbreid fenomeen is. En derhalve iets authentieks menselijks. Afzien is iets menselijks, zoiets moet het zijn. Maar misschien had het ook iets te maken met het feest van Pasen dat in datzelfde weekend werd gevierd, en vooral dan met datgene wat er twee millennia terug op Goede Vrijdag gebeurde. Het passieverhaal getransformeerd naar de passie voor de camino. Maakte Santiago, de heilige Jacobus, immers geen deel uit van de eerste twaalfkoppige Raad van Bestuur van de latere katholieke multinational?
Een paar (deels ingekorte) reacties van oud-collega’s, familieleden en kennissen wil ik de lezers van dit blog niet onthouden. Hier volgen ze:

Oud-collega Jes die met haar man, eveneens oud-collega, vanuit Limburg zelfs heen en terug gefietst is naar Compostela, weet waaraan ik begin:

Geweldig,
Fijn dit te lezen. Heerlijk dat je nu weer snode plannen maakt, ik geef toe het is een virus. Houd ons op de hoogte, als jullie bij het infietsen door Helden komen, kijk maar of café Jes&Jacques geopend is. Groeten, Jes

Oud-collega Ed die nog steeds werkzaam is op de school waar ik jaren geleden sectordirecteur was, schrijft:

Dag Gerard,
WAT een manier om een nog zwoegende, zuchtende onder de (nog te verwachten ?) maatregelen van deze gedoogclub,  zeikerig zeurende omdat hij nog 3,4,5,6 ? jaar mag JALOERS te maken!!
Ik ga je zeker volgen! Heel veel succes!!! Groet,  Ed

Oud-collega en dorpsgenoot Wim, met wie al tientallen jaren samen mijn volkstuin bewerk, en die er dus in het voorjaar van 2013 helemaal alleen voor zal komen te staan, toetert:

Dappere krasse knar,
Het besluit is dus genomen !
Succes wens ik je toe met de voorbereidingen.
Hartelijke groeten, Wim K.

André is mijn voormalige overbuurman, maar ook een oud-collega (zij het op een andere school). Jarenlang verzorgde ik met hem literaire uitzendingen voor Omroep Venlo (live!). André is geen fietser, dus zijn reactie begrijp ik:

Jesus Mina, wat nu weer.
Wekenlang je achterwerk martelen, totale abstinentie, toekomstige constipatie vanwege gezwollen aderen, platgewalste prostaat etc. Rampen in het vooruitzicht. En dat allemaal om aan de Matamoros te vertellen dat je toch eigenlijk hem maar een anti-multiculti vindt vanwege zijn agressie tegen de Moren. Of is het alleen maar om weer eens stiekem aan de botafumeiro te zwengelen? Dit alles kan toch ook per auto? Hoe verdedig je je tegen de zandvlooien in de Meseta?
Het martelaarschap van Sjakie de Meerdere strekt blijkbaar toch tot navolging, al verloor hij zijn hoofd op iets andere wijze.
Wees gegroet en veel sterkte. André

Paul, nu gepensioneerd, maar aantal jaren geleden nog docent Nederlands en werkzaam op dezelfde school als ik, ziet het met enig voorbehoud wel zitten. Tevens weet hij van de plannen om nog dit jaar een rondreis door de westcoast van de Verenigde Staten te maken; hijzelf reisde er ook al een paar keer rond. Hij noteert:

Hallo Gerard,
Mijn petje af voor jullie, als het jullie lukt! Nog even over die andere Route 66. Gaat die reis nog door? Wij hebben drie reisgidsen over de gebieden, die jullie zouden kunnen bezoeken: een Capitool-reisgids Californië, een Capitool reisgids USA Zuidwest en Las Vegas en een stedengids van San Francisco. Is daar nog iets voor jullie bij om te lenen?
Hartelijke groeten van Paul Simonis

zondag 8 april 2012

PAINTING ON THE ROAD


ON THE ROAD

een serie schilderijen geïnspireerd door de Camino de Santiago 

In oktober 2010, ruim vier maanden nadat ik was teruggekeerd uit Santiago de Compostela besloot ik om naast het boek dat ik tijdens de zomermaanden begonnen was te schrijven, ook een reeks schilderijen te gaan maken. Het geheel, boek en schilderijen, moest, zo stond me voor ogen, een soort Gesammtkunstwerk worden. De fietstocht, begonnen op 24 april 2010 in Grubbenvorst, samen met Peter als compañero, eindigde op 24 mei op het Praza do Obradoiro, het reusachtige plein voor de nóg reusachtiger kathedraal van Santiago. Vijf dagen later vlogen we vanuit Porto terug naar huis. En kwam er een einde aan mijn fietstocht die ruim vijf weken duurde.

de kathedraal van Burgos
Omdat de eigenlijke Camino pas begint aan de voet van de Pyreneeën, hoewel er dan al bijna twee derde van de tocht op zit, markeerde ik Saint-Jean-Pied-de-Port als startpunt van mijn Camino op doek. Het moesten, in mijn beleving, schilderijen worden die lezen als een soort dagboek, niet voor wat betreft allerlei landschappen waar ik doorheen fietste, maar meer vanwege de ervaring. Hoe zwaar was het in regen en kou bergop te fietsen, of hoe eenzaam kon het zijn op de hoogvlakte van de Meseta? Hoe tref je het Europees erfgoed aan op die lange weg, en waarom lopen en fietsen al die mensen naar de ‘sterrenvelden’ in Galicië?

Ik begon met het uitzetten van de piketpaaltjes. De plekken die voor mij tijdens het fietsen een bijzondere betekenis hadden of kregen. Tien werden het er. Te beginnen bij Saint-Jean-Pied-de-Port. Om via Roncesvalles, Puente la Reina, Santo Domingo de la Calzada, Burgos, de Meseta, León, Cruz de Ferro en O Cebreiro ten slotte te eindigen in Santiago de Compostela. Het zwaarste deel van de ongeveer 2500 kilometer lange fietstocht zat als venijn in de staart: de verovering van de Pyreneeën en de calvariebergen van Cruz de Ferro en O Cebreiro.  De hel op aarde voor een niet echt doorgewinterde fietser. Het afzien moest op het doek zichtbaar zijn, evenals het bijna freewheelen op meditatieve gedachten over de oneindige, op een hoogte van bijna 900 meter gelegen Meseta. Het doel was de Weg. De Camino. En die stopte abrupt bij de granieten kathedraal van Sint Jacob.

Ik besloot tot het aanbrengen van een bijna vijf centimeter blauwe rand met op verschillende plekken een wat voorzichtig zichtbare gele Jacobsschelp zoals die op de Camino worden gebruikt om pelgrims de weg te wijzen. Als verbindend element tussen de verschillende schilderijen. Geel op blauw. Niet dat het een strakke omlijsting moest worden, want de rest van het schilderij diende op een natuurlijke wijze door te lopen in het blauw.

Op sommige schilderijen kopieerde ik korte dagboekelementen uit mijn eigen manuscript van ‘On the Road – een odyssee per fiets naar Santiago de Compostela’ en voegde ze nagenoeg integraal toe op het doek. In andere gevallen zijn het authentieke citaten uit literaire teksten die een verbinding hebben met de plek waarnaar het schilderij genoemd is. Daarnaast bracht ik in elk schilderij een drietal kleine foto’s (4x14 cm.) in die als een soort fotodagboek moesten dienen.


Schetsen in mijn atelier
Niet alleen met verf is te schilderen. Dat was voor mij de reden om, naast de kleine foto-elementen, er ook allerlei andere materialen in te verwerken: lood, papier, klei, vezels en steengruis van diverse steensoorten.

Vanmorgen begonnen aan mijn laatste schilderij in de reeks van tien: Santiago de Compostela. Vanwege Pasen moet er de zegen van de baas zelf van de kathedraal, de Morendoder Sint Jacobus, Santiago dus, wel op rusten. Het is een snelle houtkoolschets van de imposante kerk in het verre Galicië. Waar het dezer dagen lenteweer is, in tegenstelling tot hier. Graag had ik er gefietst in deze tijd, maar je moet iets te dromen hebben…

maandag 2 april 2012

Over de streep getrokken

Misschien aardig voor de lezer van dit blog om te weten hoe Frans over de streep getrokken is. Niet de eindstreep, want die moet nog gepasseerd worden, volgend jaar in het verre, winderige Galicië. Nee, hier gaat het om het antwoord op de vraag waarom Frans de fiets op wil om vervolgens in weer en wind, onder het juk van dagelijkse ontberingen en met moegestoempte dijbenen en kuiten naar het graf van de Morendoder wil fietsen. Wie kan het beter vertellen dan hijzelf.
Frans aan het woord. Op 12 maart 2012 schrijft hij daarover het volgende:

Ja, ja, die Gerard.
Hij heeft me weten te strikken voor onze gezamenlijke tocht naar Santiago de Compostela in 2013. Ofschoon er weinig aandrang voor nodig was.
In 2010 hebben we, Thea en ik , van dag tot dag de blogspots van Gerard met veel interesse en nieuwsgierigheid gevolgd.
Gerard en ik hebben ons nooit uit het oog verloren nadat we met pensioen gingen. Er was duidelijk een klik toen we elkaar leerden kennen tijdens het fusietraject van “mijn” school Maasland waarvan ik directeur was en het Blariacum waar Gerard destijds waarnemend campusdirecteur was. En die klik bleef en we leerden elkaar in allerlei situaties kennen, in sessies op directieniveau maar ook daarbuiten.
Kortom, met Gerard kan ik “lezen en schrijven” , we delen soms de meest bizarre humor, creatieve gedachtespinsels en een halve blik is soms genoeg om wat gedachten of roersels te delen.

Hoe mijn reis begon:
Op maandag 12 maart 2012 om 21.08 uur kreeg ik van Gerard de volgende mail:

Hallo Frans,
Hoe is het bij jullie? Aan het trainen voor de Venloop? Want die komt al weer snel.
Helaas was ik er afgelopen zaterdag niet bij in Domani; misschien had ik moeten weten dat jullie daar ook waren.
Nu zich de lente aankondigt, nodigt dat uit om op de fiets te klimmen. Dat ga ik deze week ook doen, want mijn conditie na meer dan 2 maanden 'sur place' is nog niet om over naar huis te schrijven. Mogelijk fiets ik een keer richting Tegelen. Wanneer ben je deze week thuis? Ik hoor het wel van je.
Overigens: ik ben nog op zoek naar een fietsmaat voor het caminotraject van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostela. Zin om in de herfst 2012 of lente 2013 mee te doen?
Groet, ook van Gemma, ook aan Thea,
Gerard

Dat zette de productie van een reeks vragen op gang die niet zomaar beantwoord kon worden. Ik heb me maar met moeite kunnen beheersen en ongeduldig gewacht tot we inderdaad gingen fietsen op donderdag 15 maart.
Ondertussen was ik in overleg met Thea gegaan hoe zij tegen dit mogelijk avontuur aankeek. En dat was bijna onmiddellijk heel positief, natuurlijk vooral veel vragen maar toch. Dat gaf me vleugels en dezelfde dag nog ontdekte ik op Marktplaats een aanbieding van een Koga Adventure, met leren Brooks zadel. “Op Steijl” nog wel , vlak bij ons. Even bellen en ja hoor, de fiets was te koop en er waren al enkele gegadigden….
En  toen ging het snel: op woensdag 14 maart belde ik voor de zekerheid Gerard nog eens:

“Gaan we?”
Gerard: “We gaan” .

En zo werd een avontuur voor komend jaar met in totaal 4 woorden als definitief bekrachtigd, goedgekeurd door het evengoed bezorgde thuisfront maar wel van ganser harte!
De fiets werd bezichtigd, vervolgens heb ik gezworen op mijn IVN-eed (de eigenaar zijn vrouw kende ik van mijn IVN-afdeling “De Steilrand” – alles in stijl zou je zeggen - ) dat ik de Koga vrijdag zou  komen halen èn betalen en zo was ik binnen enkele dagen de trotse bezitter van een prachtige Koga, in topconditie. De keuringsarts van Van Hoogstraten, mijn vaste fietsdealer, was vol lof, heeft het zadel gedraaid, wat naar achteren gezet en het feest kon beginnen.

Het zadel werd direct 35 km ingewijd met mijn tide die ik altijd met rennen aan heb. En warempel: waarom zou ik er een zeem inleggen: nergens wat te bespeuren aan mijn achterwerk, geen uierzalf gebruikt. De bekende vitale zenuw in die buurt raakte niet beklemd en het zadel ventileerde zo goed dat ik na afloop nog een droge tide aanhad. Ik had die tide natuurlijk wel vaker gebruikt op de mountainbike dus mijn achterwerk wist wel van wanten – het lijkt nu wel alliteratie  -. Alleen was het zadel nu veel breder en ondersteund met grote ijzeren bladveren. Het wiebelde ook in de bochten en op de hellingen.