vrijdag 8 maart 2013

DE WHEREABOUTS VAN ISOTONIC FRESH DRINK, GEROOKTE HARING EN LEFFE BRUNE


Camino-Journaal: donderdag 7 maart 2013

Kwart voor tien. De eerste acht kilometer zitten erop. En ik sta onder het Venlose zuurstokkenviaduct te wachten op fietscompañero Frans. Die nog in geen velden of wegen te zien is. Om de tijd te verdrijven knaag ik maar een appeltje weg. En zie hoe matineus koopvee het centrum van de stad inschuift. Het is net als een week eerder: geen zon te zien vandaag. Hoewel het wel een aantal graden warmer is dan toen.

Nog voordat we via de steilrand van de Leutherberg naar de Duitse grens fietsen heeft Frans me al tersluiks een 400 grams blik wit poeder overhandigd. BORN geheten. Aan te lengen tot 8,3 liter isotone toverdrank. Waardoor je zelfs achteruit fietsend de meest gevreesde cols met twee vingers in de neus kunt bedwingen, beweert hij. De energetische waarde van het spul doet epo, bloedzakken en ander armetierig Rabo-snoepgoed verbleken tot een laf verjaardagsdropje van je 90-jarige oma. Anders gezegd: een goed voedings- en drinkschema is meer dan belangrijk in de voorbereiding op de gevreesde bergetappes in de Pyreneeën of het Cantabrisch Gebergte.
 
De route van vandaag valt onder de noemer ‘Radwandern im Kreis Viersen’. Via het Naturerlebnisgebiet van de Krickenbecker Seen belanden we in Hinsbeck. Ik sla er een aantal Duitse landbroden in. Vervolgens een steile klim naar de Stammenmühle, even uithijgen en genieten van het uitzicht. Vervolgens via Glabbach en vers geploegde akkers naar Wachtendonk. Zo nu en dan steken we de bruggen over de strakgespannen Nette over. In Wachtendonk is het tijd voor de lunch. Dan weer de fiets op voor de passage van Wankum en Herungen. Onderweg heb ik inmiddels al in Hinsbeck mijn fietstassen volgepropt met Duitse landbroden van Stinges. Omkomen van de honger zal niet gebeuren. Op het pleintje voor de Hinsbecker kerk loop ik op de hongerklop vooruit en knaag een stevige Rosinenschnecke weg. Krachtvoer voor de fietser. Vergelijkbaar met de ‘pains aux raisins’ die ik in 2010 in Frankrijk wegknaagde, op mijn weg naar Santiago de Compostela.

Meer dan op andere fietsdagen zijn we vandaag met voeding bezig. Na de sobere werkmanslunch (boterhammen met gebakken ei) in het centrum van Wachtendonk, volgen er in de loop van de middag nog twee pitstops. Eenmaal de azijnlucht van augurkenboer Kühne in Herungen doorklieft te hebben wordt koers gezet naar de grens. Het is moeilijk weerstand te bieden aan de maritieme Sirenenzang van vishuis Backus. Frans stort zich op een in Duits vet gebakken kabeljauw bedolven onder een halve kilo mayo met mierikswortel. Zelf ga ik voor de in Zwarte Wout hout gerookte haring, nog wel eigenhandig te ontvellen. Onze verbrandingsovens kunnen weer op volle toeren draaien. Koers naar Venlo, want uit bidons drinken is weliswaar noodzaak, maar In Den Dorstigen Haen moeten verkwikkender dranken te koop zijn.

Het terras van de dorstige haan is slechts voor een vijfde gevuld. Deels 65-plussers, deels moegestreden koopvee. Onder enkele parasols brandt een geroosterde gasverwarming. Niet ten onrechte, want het is nog steeds zwaar bewolkt, en de temperatuur houdt niet over. Maar ik mopper niet, want over een paar dagen zal opnieuw de winter invallen, als de meteorologen gelijk hebben. En waarom zou ik daaraan twijfelen?

Terwijl Frans te diep in het glas kijkt van zijn Duvel sluit ik me bij hem aan met een onvervalste Leffe Brune. Genieten op zijn Belgisch. Hadden de beide Michaels, Boogerd en Rasmussen, hiervan gesnoept, dan konden ze hun wielerfans tenminste nog recht in de ogen zien. Nu worden ze met pek en veren besmeurd en op een platte boerenschandwagen door hun jarenlange whereabouts getrokken. Hoongelach is hun terechte deel.

Nog voor de Venlose stadsbrug zwenkt Frans af richting Tegelen. Huiswaarts. Maar ik heb er nog geen genoeg van en besluit om via Blerick via het voormalige Floriadeterrein over Californië en Kaldenbroek, met nog enkele omwegen terug te fietsen. Als ik de oprit op fiets staat er inmiddels 65,13 kilometer op de teller. Het kon slechter. Kwart voor vier wijst de keukenklok. En dat allemaal nog zonder de isotonische koolhydraten, eiwitten, suikers, vetten, natrium en vezels uit het 400-grams dopingblik dat me onder het Venlose zuurstokkenviaduct door fietscompañero F. te V. werd overhandigd. Als betrof het een pakket onversneden Colombiaanse cocaïne.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten