zondag 19 mei 2013

Roll on, Roll off: en dat de hele dag: in je ritme komen is er niet bij.


DAG 14, 19 mei 2013; van Sarria naar Palas de Rei, 48,80 km

Ik heb de matrimonio (een Spaanse twijfelaar) overleefd. Frans heeft nog wel pogingen gedaan een single vloermatrasje te versieren, maar dat feest ging niet door. Laat ik daarom maar meteen met de deur in huis vallen. Vanavond slapen we in Hotel Casa Benilde in Palas de Rei gescheiden van tafel en bed. Voor het eerst deze reis. Hoe is het zo gekomen?, zal de lezer van dit blog zich afvragen. Want het leek toch zo goed te gaan tussen die twee? De reden is nogal prozaïsch. Dat we ieder in een aparte single room zullen slapen komt gewoon, doordat het de laatste vrije kamers waren in dit hotel. We hadden het zien aankomen: grote horden lopende pelgrims streken als een sprinkhanenplaag neer in het dorp Palas de Rei. Doorfietsen naar Melide (15 km, met nog een stevige klim) zou ons wellicht nog voor grotere problemen gesteld hebben.

Hoe dan ook: het onderdag was al rond half vier geregeld vanmiddag. De hele dag klimmen en dalen, zodat het niet mogelijk was een soepel fietsritme vast te houden. Het begint al onmiddellijk na vertrek uit Sarria. Je krijgt meteen een klim van 5 kilometer van 7% voor je kiezen. En dat na een schraal ontbijt met 4 dunne plakjes geroosterd stokbrood met aardbeienjam! De korte afdaling die daarna volgt, gaat snel over een 2 kilometerlange klim van 8%. Korte klimmetjes en afdalingen volgen daarna elkaar op. Het echte werk begint als we de brug over de Rio Miño oversteken, met het stuwmeer van Belasar.  

Bij Portomarín maken we de borst pas echt nat. Een klim van 12 (!!) kilometer, waarvan 1 km met een stijgingspercentage van 10%! Ik moet heel even van de fiets (ik beken het maar) om wat te drinken, en een 50-tal meters te lopen. Te duwen eigenlijk, want de vracht van 40 kilo (fiets+bagage) moet ook naar boven. Als toetje vijf kilometer voor Palas de Rei nog een klim van 1,5 km.

Omdat we sinds gisteren in Galicië zitten, is het landschap compleet veranderd. Groen, in ieder geval. Weelderige plantengroei. Alle rivieren (en dat zijn er nogal wat) hebben nu een andere stroomrichting: westwaarts, richting Atlantische Oceaan. Het gebergte bij O Cebreiro is de letterlijke waterscheiding.

Het stuwmeer in de Rio Miño heeft verborgen schatten. Het oude dorp is hier onder water verdwenen. Mar de meest karakteristieke huizen zijn hogerop herbouwd. Dat geldt ook voor de 12e-eeuwse kerk van San Juan. Fraai en vierkant kijken we er van onderop tegenaan. Compleet herbouwd, steen voor steen (en allemaal genummerd).

Onderweg een stop bij een klein restaurantje. Bar staat er buiten op. Van tevoren raak ik aan de praat met twee meiden uit Ohio. Biken samen de camino. De dikste van de twee heeft een minuscuul cameraatje op haar helm. Het klimmen valt hen vies tegen. Met het weer zijn ze daar in Ohio meer vertrouwd. 
 Een groot bord friet met 2 gebakken spiegeleieren. Gezond (vet) voedsel voor een pedaleur. Bij Ligonde (het wemelt er inmiddels van de wandelende pelgrims) een korte stop bij het beroemde granieten dubbelkruis uit 1671. Het heeft veel weg van de beeltenissen die je in de Bretonse calvaires aantreft. Ontroerend in zijn eenvoud.
Even verderop nog een stop bij een fraai kerkje met kerkhof. De reden is van praktische aard. Frans wil zijn uitwerpselen cremeren in het gras net buiten de kerkhofmuur. Het offer wordt gebracht in en uit dankbaarheid. Het had dit zoenoffer al een uur daarvoor willen brengen, maar toen hielden  wilde bremstruiken (ze groen hier als de ziekte) met venijnige doornen hem tegen. 

Vlak voor Palas de Rei overleg over wat te doen. Het resultaat is bekend (zie hierboven). Omdat we nu wel in kunnen schatten wanneer we in Santiago zullen arriveren boek ik daar vanaf 21 mei voor twee nachten Hostal Mexico. Het is tevens de plek waarvandaan Soetens de fietsen + bagage weer terug naar huis zal vervoeren straks. Het busvervoer boeken (Santiago-Porto) lukt om een of andere reden nog niet. Maar het is duidelijk: het einde van de tocht nadert sneller dan we voorzien hadden.

’s Avonds eten we het gebruikelijke menu del día in een wat ouderwetse eetgelegenheid schuin tegenover het hotel. Voor 9 euri p.p. eet je daar gallos (een soep van darmen, pens, maag en kikkererwten) en heek (een soort vis) met aardappelen, chocoladevlaai na. En, o ja, je krijgt er ook nog een fles wijn bij.

De ober is waarschijnlijk met verlof uit de kliniek. Regelmatig duikt hij met zijn voedingswaren op bij de verkeerde tafel. De bestelling opnemen gebeurt voor de zekerheid toch maar een keer extra, totdat zijn mogelijke echtgenote hem wegsleurt. Dat hij zijn zondagse pak ervoor uit de kast gehaald heeft, kun je niet zeggen. Maar dat het craquelé, stone-washed en met luchtgaten opgesmukt is, dat had ik  nog niet eerder aangetroffen. Doe daar een oversized T-shirt overheen en een vader-Abraham-baard-met-kale-kop en het beeld is compleet. Deze man is natuurlijk gewoon een filosoof die door zijn kenau gedwongen wordt des avonds caminogangers van vreten te voorzien. Met alle goeie bedoelingen.

3 opmerkingen:

  1. doe het maar rustig aan heren, thuis staat eea nog in de steigers:)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. geweldig gerard en frans dat jullie het gehaalt hebben onder zulke barre omstandigheden.
    petje af top prestatie!!nu maar uitrusten en goeie reis terug.

    lieve groeten Tineke jos

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dappere mannen,

    Wat een ontberingen hebben jullie overleefd,wat een kou en dan die sneeuw....
    Nog 89 km en jullie kunnen Santiago omhelzen: hij jullie overladen met zegeningen.
    Goede reis terug en tot ziens in het koude Grubbenvorst, goed om af te kicken...
    ( sinds 1901 is het hier nog nooit zo koud geweest! )
    Hartelijke groeten, ook van mijn lief,

    Wim K.

    BeantwoordenVerwijderen