Porto (Portugal), 22 – 24 mei 2013, en dan naar huis
This is the end
Hold your breath and count to ten
Feel the earth move again here my heart burst again.
For this is the end,
I've drowned and dreamed this moment.
So overdue, I owe them
Swept away, I'm stolen
Hold your breath and count to ten
Feel the earth move again here my heart burst again.
For this is the end,
I've drowned and dreamed this moment.
So overdue, I owe them
Swept away, I'm stolen
Ik hoor de krachtige stem van Adèle de vertrekhal van het
vliegveld in Porto vullen. Niet hard, maar toch. Het is nog geen half zes in de
ochtend. Over ruim een uur stijg ik op. Hemelvaart, dat is toch al geweest? Je
verliest op de camino alle begrip van tijd, dat mag duidelijk zijn.
Al de laatste dag in Santiago beschik ik, na inlevering
van fiets en bagage, over weinig meer dan wat kleding die ik om mijn lijf heb,
en de elektronica zoals kleine laptop, video- en fotocamera. Uiteraard met de
bijbehorende accu’s, snoeren en geheugenchips. Een moderne pelgrim, correctie:
toerist, kan niet meer zonder. Alles inpakken in de kleine tas die ik
achtergehouden heb, is daarom een fluitje van een cent.
De taxi vervoert ons om een uur of tien naar de
busterminal aan de rand van de stad. Om elf uur vertrekt daar de ALSA-bus naar
Porto. Een afstand van 235 kilometer. Vanwege het tijdsverschil (Portugal staat
nog steeds op ‘wintertijd’) zal die er ruim drie uur over doen. Alleen in
Pontevedra wordt een korte stop gemaakt, eveneens in de busterminal van de ze
stad.
Voordat ik de bus in stap koop in de terminal voor 3 euri
!! de Spaanse pocketeditie van het dagboek van Anne Frank, hier Diario de Ana Frank geheten. Om de reis
wat te verkorten. En mijn Spaans wat bij te spijkeren.
Het bergachtige land dat aan ons voorbij schuift oogt
zomers. Na Pontevedra krijg je de Atlantische Oceaan in het vizier. Diepe
zeearmen kronkelen zich een weg door het graniet. Machtige vergezichten
vergemakkelijken je voorstellingsvermogen om ver van alle kusten ter wereld te
gaan. Toch Odysseus achterna? Of gewoon de Nederlandse schrijver en scheepsarts
Slauerhoff? Maar die had het niet over Porto, maar beschouwde Lissabon als
zijn thuis. En valt dus af. Fado!
Bij aankomst in Porto worden eerst passagiers geloosd bij
de luchthaven. Daarna rijdt de bus door naar de rand van het centrum, eveneens
bij een van de busterminals. De taxi brengt ons voor een paar euri naar het
B&B Hotel naar het in het oude centrum gelegen Praça da Batalha. Het luxe
ogende design hotel is gevestigd in een voormalige, maar onherkenbaar verbouwde
bioscoop. Bij binnenkomst lachen Clark Garble en Marilyn Monroe je tegemoet.
Twee nachten zullen ze ons gezelschap houden. Op onze kamer (46 euri p.p. voor
die 2 nachten!) zal Gloria Swanson vanaf zwart-wit canvas toezicht op ons
slaapgedrag houden.
Porto verkeert in zomerse sferen. Op het Praça da Batalha
heerst een relaxte sfeer. In het brede portiek naar B&B maken junks en
zwervers de balans van de dag op, stapelen de dekens voor de nacht nog een
stukje hoger op elkaar. Op het plein worden de banken massaal bevolkt door
bejaarde mannen in flodderige maatpakken, als onbezoldigde stadswachten. Op de
brede trottoirs bepalen luchtig geklede meisjes het beeld: autochtone, maar ook
Angolese, Kaapverdische, Brazilaanse. Als het maar Portugees spreekt. Om het
kwartier zucht er een bruine houten tram omhoog of omlaag, van Carmo naar
Batalha en omgekeerd. Op de terrassen is de middaglunch nog lang niet
afgelopen. Ook wij schuiven aan.
Ja, anderhalve dag in Porto doorbrengen. Hoe doe je dat?
Met een bezwaard gemoed, omdat je je niet meer het snot voor de ogen fietst?
Incognito als zorgeloze toerist zonder fietshelm? In hemelse sferen vanwege de
opnieuw in de wacht gesleepte aflaat, de compostela? Of als een verlichte
pelgrim die niet meer dag voor dag bij het kraaien van de haan zijn nest uit hoeft,
de fietstassen berstensvol hoeft te vullen en niet meer die 110 kilo (ik 70,
fiets-met toebehoren 20, gevulde fietstassen 20) bergop en bergaf hoeft te
zeulen? Ik hou het op het laatste. Dus loop ik op vleugels (steil bergaf, want:
Porto) in de richting van de Douro. Skyfall. Van het slagveld van de camino
(het hooggelegen Praça da Batalha) naar het nulniveau aan de Douro, de Cais
Ribeira. Terug op aarde. Want er klinkt Braziliaanse muziek. Er wordt gegeten en
gedronken dat het een aard heeft. En heel Portugal viert vakantie. Of heeft
geen werk.
Want dat is wat opvalt in de stad die ik nu al voor de
vierde keer bezoek. De schitterende huizen in het centrum, vaak betegeld met
blauwwitte azulejos zagen er
misschien altijd al wat sjofel uit, maar het verval lijkt de afgelopen drie
jaar exponentieel toegenomen. In de stad zelf wordt er meer gebedeld, en loopt
het junkprobleem zichtbaarder over straat. Toch is niet alles kommer en kwel.
Met man en macht wordt er aan de steil hellende straten gewerkt: riolering,
bekabelingen, trottoirs, een volledig nieuw kasseiendek. Het geluid van
drilboren en graafmachines overstemt het dampende verkeer dat zich er een weg
doorheen zoekt.
De voormalige koloniale zeemacht zucht, evenals buur Spanje,
onder een torenhoge (jeugd)werkloosheid. De zwarte economie houdt het leven voor
de onderklasse nog een beetje draaglijk. Maar holt tegelijkertijd het al magere
karkas van de staat nog verder uit. Kortom: oplossingen voor de crisis lijken
zich hier voorlopig niet aan te dienen. De gemiddelde Portugees blijft er
laconiek onder. Met het klimaat als landelijke partydrug.
Wat te doen, die anderhalve dag in Porto, waar je als een
gestrande schipbreukeling, of een uit de lucht gevallen astronaut terecht bent
gekomen? Dat is snel verteld. Je gaat aan boord van een verbouwde portboot en
laat je onder alle bruggen van de stad door varen. Je strijkt om de paar uur
neer op een terras aan de kade, en laat de levende have van de stad aan je
voorbij gaan. Je eet de lokale bacalhao op
wel drie verschillende manieren. Je laat een fles vinho verde in je slokdarm verdwijnen. Je loopt het schitterende oude
azulejos-treinstation van Sao Bento
binnen. Je krijgt de ruimte op het rijke Praça da Liberdade. Je laat je de Rua
das Flores afzakken. Je loopt de prachtig gerestaureerde Bolsa, het voormalige
beursgebouw, binnen (NO FILMING!!, maar ik heb al op de knop gedrukt). Je duikt
onder in de catacomben van de San Francisco. Waar je voor even (geen suppoost
te zien) ligt opgebaard tussen al die dode Portugese rijken: Ana Joaquina da
Souza, Manuel José da Silva Gomes, Serafim Carneiro Geraldes, José Ferreira dos
Santos. En ga zo nog maar een uur door. We lopen er letterlijk overheen, want:
de planken lopen op doodskistformaat onder ons door.
Totdat het tijd is de door Gustave Eiffel ontworpen brug
over de Douro over te steken, de Ponte Luis I. Om er, in de rug gedekt door
alle porthuizen van de stad, op de Cais da Gaia een glas port te heffen op
het einde van onze ruimtereis. Cruz Port. Boven ons is de kabelbaan vastgelopen en hangen
de cabines als dode vogeltjes te wiegen aan de staalkabel. Reddingswerkers
laten de hangende passagiers aan kabels naar beneden zakken.
Het galgenmaal. In de loop van de middag, op de terugweg
naar het B&B, hebben we voor ’s avonds een tafel gereserveerd bij een van
de restaurantjes op de ‘bovenloop’ aan de Cais Ribeira. Om acht uur willen we
aanschuiven. Maar het gereserveerde tafeltje is een paar meter opgeschoven. En
staat een orkest zijn instrumentarium uit te testen. Dan maar een paar tafels
verder. Echter, bij de bestelling blijkt dat de wijnkaart wel erg beperkt is. Er
wordt alleen vinho da casa geschonken. Huiswijn als vorm van
crisismanagement. We nokken af. En zoeken een etage naar beneden, direct aan de
kade, een alternatief. Het wordt Chez
Lapin. Het eten en de wijn (de eerste fles is ons aangeboden door Frans’
zus Fieke) zijn er voortreffelijk. Bovendien gratis entertainment door Manuel
Oliveira, een van de obers. Onlangs twee maanden in Eindhoven en Best naar werk
gezocht, maar onverrichter zake teruggekeerd in de moederschoot van Porto. Zijn
thuishaven. In Nederland werd hem gebrek aan talenkennis verweten, maar hier,
bij ons aan tafel, staat zijn mond niet stil. Alleen als er een groepsportret
gemaakt wordt.
In het holst van de nacht, nog voor vier uur, mijn nest
uit. De taxi staat op de afgesproken tijd voor. Dan gaat het snel. De voor 6.40
uur geplande vlucht vertrekt op tijd, en landt zelfs met 20 minuten winst om
10.00 op vliegveld Eindhoven. Frans vult nog voor de definitieve exit de
vrijgekomen tijd in met een uitgebreid bezoek aan het toilet. Daar verlaat al dat
smakelijke Portugese voedsel via zijn achterdeur het op Cruz de Ferro en in-de-sneeuw
moe gebeukte lijf.
Tot onze verrassing staan Gemma en Thea, Frans’ vrouw, in
de aankomsthalhal op ons te wachten. Maurice, mijn oudste zoon, heeft die
morgen vrij genomen van zijn werk, en heeft ze naar de luchthaven gereden. Een
verrassing, die ontvangst met bloemen. Want we hadden een dag eerder nog
aangegeven gewoon met de trein naar Blerick te sporen. Maar dit is wel erg
leuk.
Niet veel later rijden we over de A67 terug naar
Grubbenvorst. Bij thuiskomst liggen er twee blauwe enveloppen van de
Belastingdienst op de deurmat. Skyfall.
Let the skyfall when it crumbles,
We will stand tall or face it all together
Let the skyfall when we crumbles,
We will stand tall or face it all together
At skyfall
We will stand tall or face it all together
Let the skyfall when we crumbles,
We will stand tall or face it all together
At skyfall
Tenslotte:
De
fiets en de bagage gaan vandaag (27 mei) op transport. Soetens Fietsvervoer zal
ervoor zorgen dat alles in de loop van de week in Grubbenvorst wordt
afgeleverd.
Wat
het afgelegde parcours van mijn camino betreft, het volgende:
*
Het afgelegde traject telde totaal 914 kilometers, waarvan 60 ‘geneutraliseerd’
vanwege de sneeuw rondom de toppen van O Cebreiro en de Alto de Poio. Effectief
gefietst dus: 854. Het aantal fietsdagen bedroeg: 13. De gemiddeld afgelegde
dagafstand bedroeg 65,70 kilometer.
Te
onderscheiden zijn de volgende ‘etappes’:
1. Proloog: Saint-Jean-Pied-de-Port – Col d’Osquich,
58,26 km
2. Saint-Jean-Pied-de-Port – Pamplona, 78, 80 km
3. Pamplona – Estella, 57,08 km
4. Estella – Navarrete, 61,78 km
5. Naverrete – Villafranca Montes de Oca, 71,65 km
6. Villafranca Montes de Oca – Burgos, 39,53 km
7. Burgos – Carrión de los Condes, 100,47 km
8. Carrión de los Condes – León, 103,67 km
9. León – El Ganso, 70,01 km
10. El Ganso – Molinaseca, 34,80 km
11. Molinaseca – Sarria, 46,20 km
12. Sarria – Palas de Rei, 108,90 km *
13. Palas de Rei – Santiago de Compostela, 82,00 km
*
inclusief de neutralisatie (taxi) van 60 kilometer
We
hielden tijdens de camino een halve rustdag in Burgos (gewoon om de stad te
bezichtigen), en een hele rustdag in León en aan het einde van de camino in
Santiago de Compostela.
Of er weer een tweede boek volgt, weet ik op dit ogenblik nog niet. Maar als dat gebeurt, zal dat een ander karakter hebben dan ON THE ROAD. Je moet jezelf immers niet gaan herhalen.
ON THE ROAD - EEN ODYSSEE PER FIETS NAAR SANTIAGO DE COMPOSTELA is overigens nog steeds leverbaar. Voor € 22,95. Stuur me maar een mail: gerardstaals@gmail.com
En: mijn expositie met 10 schilderijen over de camino is nog tot en met 30 juni a.s. te zien in DOMANI (Venlo); zie de website: www.domani-venlo.nl
Tenslotte: Het 'gemiste' traject over de besneeuwde col van O Cebreiro:
Of er weer een tweede boek volgt, weet ik op dit ogenblik nog niet. Maar als dat gebeurt, zal dat een ander karakter hebben dan ON THE ROAD. Je moet jezelf immers niet gaan herhalen.
ON THE ROAD - EEN ODYSSEE PER FIETS NAAR SANTIAGO DE COMPOSTELA is overigens nog steeds leverbaar. Voor € 22,95. Stuur me maar een mail: gerardstaals@gmail.com
En: mijn expositie met 10 schilderijen over de camino is nog tot en met 30 juni a.s. te zien in DOMANI (Venlo); zie de website: www.domani-venlo.nl
Tenslotte: Het 'gemiste' traject over de besneeuwde col van O Cebreiro:
Het was prachtig, ondanks het soms beroerde weer.
BeantwoordenVerwijderenZag je reactie op Youtube. Ben benieuwd.
Hallo Mat,
Verwijderenwe hebben je commentaren onderweg zeer op prijs gesteld, ook al was je lange tijd incognito. Weer thuis heb ik je zeer informatieve website (met de Youtube filmpjes) bekeken. Absoluut aan te raden informatie voor iedereen die de camino wil gaan ondernemen. Overigens (sprak de schrijver dezes wat arrogant): net als het door mij geschreven boek ON THE ROAD naar aanleiding van mijn eerste camino in 2010, van Grubbenvorst naar Santiago de Compostela.
Al met al (ik bedoel: zonder op de wisselende weersomstandigheden te letten) blijft het ondernemen van de tocht een zeer inspirerende bezigheid. Contacten met mensen onderweg, toegestroomd van overal over de wereld, het blijft een van de meest aansprekende elementen van de camino. En in het voetspoor treden van al die miljoenen die je in de loop der eeuwen zijn voorgegaan, het geeft een ongelooflijke dimensie aan het een tijd 'van de wereld' zijn. Wat zeg ik? Je bent helemaal IN de wereld.
Kortom: ik hoop door mijn blog anderen de richting van de camino gewezen te hebben. Net zoals jij dat doet via je website.
Groet, Gerard